9
Inbedrijfstelling
De relevante planningsgegevens van de instal-
latie zijn volledig gedocumenteerd.
Het gebruik van de warmtepompinstallatie is bij
het bevoegde energiebedrijf aangemeld.
De installatie is luchtvrij.
De installatiecontrole volgens de installatie-
checklist is met succes voltooid.
1.
Zorg ervoor dat aan de volgende punten volle-
dig is voldaan:
– De voedingsstroom is met een rechts draai-
veld aan de compressor beschikbaar.
– De kast met de apparaatcomponenten is vol-
gens deze handleiding opgesteld en gemon-
teerd.
– De elektrische installatie is vakkundig uitge-
voerd in overeenstemming met deze handlei-
ding en de lokale voorschriften.
– De stroomvoorziening van de warmtepomp is
uitgerust met een vermogensschakelaar vol-
gens IEC 60947-2 die op alle polen is aange-
sloten en een afstand van ten minste 3 mm
tussen de contacten heeft.
– De waarde van de uitschakelstroom is in acht
genomen.
– Het verwarmingscircuit en de warmtebron
zijn gespoeld en ontlucht.
– De warmtebronvloeistof is tegen vorst be-
schermd tot -13°C.
– Alle afsluiters van het verwarmingscircuit zijn
geopend.
– Alle afsluiters van de warmtebron zijn geo-
pend.
– De buisleidingen en componenten van de in-
stallatie zijn dicht.
2.
Het opleveringsprotocol van de warmtepompin-
stallatie is volledig ingevuld en ondertekend.
3.
In Duitsland en Oostenrijk: stuur het opleve-
ringsprotocol voor warmtepompinstallaties en
de installatiechecklist naar de klantenservice
van de fabrikant.
In andere landen: Stuur het opleveringsproto-
col voor warmtepompinstallaties en de installa-
tiechecklist naar de lokale partner van de fabri-
kant.
4.
Laat de warmtepomp door geautoriseerd onder-
houdspersoneel van de fabrikant in bedrijf stel-
len (hier zijn kosten mee verbonden).
Technische wijzigingen voorbehouden | 83056800bNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
10
Onderhoud
AANWIJZING
Wij adviseren een onderhoudsovereenkomst
af te sluiten met een gespecialiseerd verwar-
mingsbedrijf.
10.1 Basis
Het koelcircuit van de warmtepomp heeft geen re-
gelmatig onderhoud nodig.
Lokale voorschriften – bijv. de Verordening (EG)
842/2006 – schrijven onder andere dichtheidscon-
troles voor en/of het bijhouden van een logboek bij
bepaalde warmtepompen.
De hermetische dichtheid en de hoeveelheid koude-
middel zijn criteria die bepalen of een logboek moet
worden bijgehouden en of dichtheidscontroles moe-
ten worden uitgevoerd, en met welke tijdsintervallen
deze dienen plaats te vinden.
► Zorg ervoor dat de lokale voorschriften met be-
trekking tot de specifieke warmtepompinstallatie
worden nageleefd.
10.2 Onderhoud volgens behoefte
●
Jaarlijks, indien nodig vaker:
– Controle en reiniging van de componenten
van het verwarmingscircuit en de warmte-
bron, bijv. kleppen, expansievaten, circulatie-
pompen, filters, vuilvangers.
– Controle van de werking van de veiligheids-
klep voor het verwarmingscircuit.
10.3 Jaarlijks onderhoud
► Stel analytisch de kwaliteit van het verwarmings-
water vast. Bij afwijkingen van de voorschriften
moeten onmiddellijk geschikte maatregelen wor-
den getroffen.
10.4 Verdamper en condensor reinigen
en spoelen
► Reinig en spoel de verdamper/condensor nauw-
gezet volgens de voorschriften van de fabrikant.
► Neutraliseer de restanten na het spoelen van de
verdamper/condensor met behulp van een che-
misch reinigingsmiddel en spoel de verdamper/
condensor vervolgens grondig met water.
19