Belangrijk
• Open het bedieningspaneel niet terwijl een afdruktaak wordt uitgevoerd.
6. Kijk naar het tweede raster en pas vervolgens de positie van de printkop aan.
1. Tik op I om de afgedrukte rasters te controleren en tik in kolom I op het nummer van het
raster met de minst waarneembare verticale strepen.
Opmerking
• Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het
minst duidelijk zichtbaar zijn.
(E) Nauwelijks zichtbare verticale strepen
(F) Duidelijk zichtbare verticale strepen
2. Herhaal de procedure totdat u het rasternummer voor de kolommen J tot en met P hebt
ingevoerd en tik vervolgens op OK.
3. Bevestig het bericht en tik op OK.
Het derde raster wordt afgedrukt.
Belangrijk
• Open het bedieningspaneel niet terwijl een afdruktaak wordt uitgevoerd.
7. Kijk naar het derde raster en pas vervolgens de positie van de printkop aan.
239