Controleer of de geleider van de disclade is gesloten.
Controle 6
Als de geleider van de disclade is geopend, sluit u de geleider van de disclade en tikt u op OK op het
aanraakscherm.
Zijn de instellingen voor mediumtype en paginaformaat in het
Controle 7
printerstuurprogramma correct?
Als u speciaal papier van een andere fabrikant dan Canon gebruikt, moet u het juiste mediumtype of
paginaformaat selecteren in het printerstuurprogramma.
Controleer de instellingen aan de hand van de onderstaande procedure en probeer opnieuw af te drukken.
1. Zorg dat A4 (Art-papier marge 35) (A4 (Art Paper Margin 35)) of Letter (Art-papier marge 35) (Letter
(Art Paper Margin 35)) is geselecteerd in de toepassing.
Als het gewenste paginaformaat niet wordt weergegeven, opent u het menu Bestand (File) van de
toepassing en selecteert u Afdrukken (Print). Controleer vervolgens of de naam van uw printer is
geselecteerd.
2. Zorg dat het papier dat is geselecteerd bij Mediumtype (Media Type) op het tabblad Afdruk (Main) in het
printerstuurprogramma, overeenkomt met het papier dat in het apparaat is geplaatst.
3. Zorg dat de instelling Paginaformaat (Page Size) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) in het
printerstuurprogramma dezelfde is als het formaat dat in stap 1 is ingesteld.
Controleer of de naam van uw apparaat is geselecteerd in het dialoogvenster
Controle 8
Afdrukken.
Het apparaat drukt niet goed af als u een printerbesturingsbestand voor een andere printer gebruikt.
Controleer of 'Canon XXX series Printer' (waarbij 'XXX' de naam van uw apparaat is) is geselecteerd in het
dialoogvenster Afdrukken.
Opmerking
• Selecteer Als standaardprinter instellen (Set as Default Printer) als u het apparaat als standaardprinter
wilt instellen.
Configureer de printerpoort op de juiste wijze.
Controle 9
Zorg dat de printerpoort correct is geconfigureerd.
1. Meld u aan bij een gebruikersaccount met beheerdersrechten.
2. Selecteer items zoals hieronder aangegeven.
• In Windows 8.1 of Windows 8 selecteert u Configuratiescherm (Control Panel) via de charm
Instellingen (Settings) op het Bureaublad (Desktop) > Hardware en geluiden (Hardware and
Sound) > Apparaten en printers (Devices and Printers).
• Selecteer in Windows 7 Apparaten en printers (Devices and Printers) in het menu Start.
• Selecteer in Windows Vista het menu Start > Configuratiescherm (Control Panel) > Hardware en
geluiden (Hardware and Sound) > Printers.
• Selecteer in Windows XP het menu Start > Configuratiescherm (Control Panel) > Printers en
andere hardware (Printers and Other Hardware) > Printers en faxapparaten (Printers and Faxes).
3. De eigenschappen van het printerstuurprogramma voor het apparaat openen.
882