Opmerking
• Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het
minst duidelijk zichtbaar zijn.
(A) Nauwelijks zichtbare verticale strepen
(B) Duidelijk zichtbare verticale strepen
2. Herhaal de procedure totdat u het rasternummer voor de kolommen B tot en met H hebt
ingevoerd en tik vervolgens op OK.
Selecteer voor de kolommen G en H de instelling die de minst waarneembare horizontale strepen
veroorzaakt op de positie die wordt aangegeven door de pijl.
Opmerking
• Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het
minst duidelijk zichtbaar zijn.
(C) Nauwelijks zichtbare horizontale strepen
(D) Duidelijk zichtbare horizontale strepen
3. Bevestig het bericht en tik op OK.
Het tweede raster wordt afgedrukt.
238