17
|
Installatie van de unit
17.1.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van de buitenunit in koude klimaten
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
76
▪
een vermindering van de capaciteit in bedrijf;
▪
een snellere en meer regelmatige ijsvorming tijdens het verwarmen;
▪
stilvallen door een verlaging van de lage druk of verhoging van de hoge druk;
▪
een gebroken ventilator (als hevige wind constant tegen de ventilator blaast, kan
deze beginnen zeer snel te draaien en na een tijdje breken).
Er wordt geadviseerd een stootplaat te monteren wanneer de luchtuitlaat aan
wind blootgesteld is.
Installeer bij voorkeur de buitenunit met de luchtinlaat naar de muur gericht en
NIET rechtstreeks aan wind blootgesteld.
b
a Geleideplaat
b Belangrijkste windrichting
c Luchtuitlaat
Bescherm de buitenunit tegen directe sneeuwval en zorg ervoor dat de buitenunit
NOOIT ingesneeuwd raakt.
c
a Afdakje tegen de sneeuw
b Voetstuk (minimale hoogte=150 mm)
c Belangrijkste windrichting
d Luchtuitlaat
Er kan zich sneeuw ophopen en bevriezen tussen de warmtewisselaar en de
behuizing van de unit. Hierdoor kan de unit minder efficiënt werken. Zie
"17.3.5 Afvoer
voorzien" [
montage van de unit).
b
a
a
c
b
4
80] voor instructies om dit te voorkomen (na de
RXYSA4~6A7V/Y1B
VRV 5-S-systeemairconditioner
4P600330-1D – 2023.02