RXYSA4~6A7V/Y1B
VRV 5-S-systeemairconditioner
4P600330-1D – 2023.02
Installatie van de binnenunit
OPMERKING
Als één of meerdere kamers via een kanaalsysteem verbonden zijn met de unit, moet
u ervoor zorgen dat de in- EN uitlaat rechtstreeks op dezelfde kamer zijn aangesloten
via kanalen. Gebruik GEEN ruimten zoals een vals plafond als kanaal voor de
luchtinlaat of -uitlaat.
Zie de bij de binnenunit geleverde montagehandleiding en gebruiksaanwijzing voor
de installatie van de binnenunit. Zie de nieuwste versie van het technical data book
van deze unit voor de compatibiliteit van binnenunits.
De totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem moet minder dan of gelijk zijn aan
de maximaal toegelaten totale hoeveelheid koelmiddel. De maximaal toegelaten
totale hoeveelheid koelmiddel hangt af van de oppervlakte van de kamers van het
systeem en de kamers in de laagste ondergrondse verdieping.
Zie
"16.3 Limiet op de hoeveelheid koelmiddel
of uw systeem voldoet aan de vereiste voor het beperken van de hoeveelheid
koelmiddel.
Een optionele output-printplaat voor de binnenunit kan worden geïnstalleerd om
een output voor een extern toestel te bieden. De output-printplaat stuurt een
signaal wanneer een lek is gedetecteerd, de R32-sensor defect is of wanneer de
sensor is losgekoppeld. Voor de exacte modelnaam, zie de optielijst van de
binnenunit. Voor meer informatie over deze optie, zie de montagehandleiding van
de optionele output-printplaat.
Vereisten voor de leidingen
De leidingen moeten worden geïnstalleerd zoals beschreven in
4
de
leidingen" [
82]. Alleen mechanische verbindingen (bv. braseren
+flareverbindingen) die conform de nieuwste versie van ISO14903 zijn, kunnen
worden gebruikt.
Leidingen in een ruimte waarin zich personen bevinden, moeten beschermd zijn
tegen onbedoelde beschadiging. De leidingen moeten worden gecontroleerd zoals
beschreven in
"18.3 Koelmiddelleiding
Vereisten afstandsbediening
a
b
g
c
d
f
h
a Warmtepompbuitenunit
b Koelmiddelleiding
c VRV binnenunit met directe expansie (DX)
d Afstandsbediening in normale stand
e Afstandsbediening in stand alleen alarm
f Afstandsbediening in supervisor-stand (verplicht in sommige situaties)
g Gecentraliseerde controller (optie)
h Optie-printplaat (optie)
Zie
de
bij
de
afstandsbediening
gebruiksaanwijzing voor de installatie van de afstandsbediening. Elke binnenunit
moet worden aangesloten op een afstandsbediening die compatibel is met een
R32-veiligheidssysteem
16
Speciale vereisten voor R32-units
|
bepalen" [
controleren" [
b
b
c
c
d
d
e
h
h
geleverde
(bv.
BRC1H52/82*
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
4
65] om te controleren
"18 Installatie van
4
93].
montagehandleiding
of
een
later
type).
en
Deze
61