21
|
De installatie van de buitenunit voltooien
21 De installatie van de buitenunit voltooien
21.1 Koelmiddelleidingen isoleren
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
120
Na het beëindigen van de vulprocedure moeten de leidingen worden geïsoleerd.
Houd hierbij rekening met de volgende punten:
▪
Isoleer de aansluitleidingen en koelmiddelaftaksets volledig.
▪
Isoleer altijd de vloeistof- en de gasleidingen (voor alle units).
▪
Gebruik hittebestendig polyethyleenschuim dat bestand is tegen een
temperatuur van 70°C voor de vloeistofleidingen en polyethyleenschuim dat
bestand is tegen een temperatuur van 120°C voor de gasleidingen.
▪
Verstevig de isolatie op de koelmiddelleiding naar gelang de installatie-omgeving.
Omgevingstemperatuur
≤30°C
>30°C
Tussen buitenunit en binnenunit
OPMERKING
Er wordt geadviseerd de koelmiddelleidingen tussen de binnen- en de buitenunit in
een buis te leggen of afwerkingstape rond deze leidingen te wikkelen.
1 Isoleer en maak de koelmiddelleiding en kabels als volgt vast:
e
b
d
a Vloeistofleiding
b Gasleiding
c Afwerkingstape
d Kabel tussen units (F1/F2)
e Isolatie
2 Installeer het servicedeksel.
In de buitenunit
Isoleer de koelmiddelleidingen als volgt:
a
b
d
c
1 Isoleer de vloeistof- en de gasleiding.
Vochtigheid
75% tot 80% RV
≥80% RV
a
c
Minimumdikte
15 mm
20 mm
RXYSA4~6A7V/Y1B
VRV 5-S-systeemairconditioner
4P600330-1D – 2023.02