2. Richt de camera op het onderwerp dat u wilt
fotograferen.
•
Druk op <
> om de camera-opties te
gebruiken.
p. 57
•
Met de toetsen van de telefoon kunt u de
camera-instellingen wijzigen of naar een
andere stand gaan.
3. Druk op [
] om de foto te maken. De foto wordt
opgeslagen in de map Mijn foto's.
Houd de telefoon na het maken van de foto één
tot twee seconden stil, zodat de foto verwerkt
kan worden.
4. U wilt...
de foto-opties gebruiken
de foto wissen
terug naar de opnamestand [C].
p. 58
Dan drukt u op...
<Opties>.
p. 58
<Wissen>.
Camera-opties gebruiken in de opnamestand
Als u in de opnamestand op <
volgende opties gebruiken:
•
Stand: een van de volgende standen selecteren:
Normale opname: voor een normale foto.
Multi-opname: een serie stilstaande beelden
achterelkaar vastleggen. Selecteer het aantal
foto's dat de camera moet maken.
Nachtstand: om in een omgeving met weinig licht
toch een goede foto te maken.
Alleen foto's maken: de telefoon zo instellen dat
deze na het maken van een foto automatisch
teruggaat naar de opnamestand, zodat u direct
weer een foto kunt maken.
•
Effecten: de kleurtoon wijzigen of een speciaal
effect op de foto loslaten.
•
Rotatie: de foto spiegelen of verticaal omklappen.
•
Timer: een vertraging instellen voordat de foto
wordt genomen (zelfontspanner).
•
Instellingen: de standaardinstellingen wijzigen.
p. 59
•
Help: toont de functies van de toetsen die u kunt
gebruiken.
> drukt, kunt u de
57