5.6.3 Uitgebreide functionaliteit
Naast de basis‐spannings‐ en stroommetingen kan de meter worden ingesteld op verschillende
modi voor een uitgebreide functionaliteit.
5.6.3.1 Modus selecteren
De voor het geselecteerde type meting geldende moduspictogrammen worden in het
onderste gedeelte van het display weergegeven. Als een bepaalde modus is ingeschakeld, is
het desbetreffende pictogram omkaderd.
Figuur 5.2 Moduspictogrammen (wisselspanningsmetingen): de modus Peak
(piek) en de modus Silent (stil) zijn ingeschakeld
De navigatietoetsen worden gebruikt om een moduspictogram te selecteren en om een
modus in of uit te schakelen:
• Gebruik de navigatietoetsen LINKS en RECHTS en om naar een moduspictogram te
navigeren. Het huidige geselecteerde pictogram knippert.
• Druk op de toets OK om de geselecteerde (knipperende) modus in of uit te schakelen.
5.6.3.2 Piekmodus
In de piekmodus (Peak) worden door de meter de positieve en negatieve piekwaarden
geregistreerd en weergegeven, en de weergave wordt alleen bijgewerkt als er een
hogere/lagere waarde wordt geregistreerd. De Peak‐modus is beschikbaar bij het meten
van wisselstroom of ‐spanning in de modus voor handmatige selectie.
Gebruik de navigatietoetsen om
schakelen.
Druk op de toets OK om te schakelen tussen de weergave van Peak Max en Peak Min.
1. In de modus Peak Max wordt de indicator
In de modus Peak Min wordt de indicator
Houd de toets OK 2 seconden ingedrukt om de modus Peak uit te schakelen.
5.6.3.3 Modus In‐rush current (inschakelstroom)
In de modus voor inschakelstroom geeft de meter de hoogste stroomaflezing tijdens de
eerste 100 ms na het triggerpunt weer (stroomdetectiedrempel, zie onderstaande Fig. 5.3).
De stroomdetectiedrempel is 1,00 A voor het 100,00 A bereik en 10,0 A voor het 1000,0 A
bereik. De modus voor inschakelstroom is beschikbaar tijdens het meten van AC‐stroom in
de modus Handmatig selecteren.
1.
Sluit de meter aan op het ontkoppelde te testen circuit.
2.
Stel de meter in op A
3.
Gebruik de navigatietoetsen om
inschakelstroom in te schakelen.
4.
Zet het te testen circuit onder stroom.
Opmerking: Als de inschakelstroom tijdens het meten hoger zou kunnen zijn dan 100 A AC,
stel dan handmatig het bereik in op 600 A voordat u de inschakelstroom activeert, zie
paragraaf 5.3 Modus Auto/Manual range (automatische/handmatigebereikinstelling).
FLIR CM85 GEBRUIKSAANWIJZING Document Identifier: CM85‐nl‐NL_AB
te selecteren en de modus Peak in te
weergegeven.
weergegeven.
te selecteren en de modus voor
18