Elektrische aansluiting
6.5 Hulpstroomkring aansluiten
6.5.2
Temperatuurcontrole van de wikkeling van de stator aansluiten
Voor de bewaking van de statorwikkeling tegen thermische overbelasting zijn
temperatuursensoren in de statorwikkeling aangebracht.
De aansluitleidingen van de temperatuursensoren worden afhankelijk van de uitvoering naar
de hoofdaansluitkast of de secundaire aansluitkast geleid. Schakeling en toewijzing van de
klemmen vindt u in het hulpcontactschema.
Gevaar voor elektrische schokken
De isolatie van de temperatuursensoren voor het controleren van de wikkeling is aan de kant
van de wikkeling volgens de eisen aan de basisisolatie uitgevoerd. De aansluitingen van de
temperatuursensor zijn zodanig in de aansluitkast aangebracht dat ze niet kunnen worden
aangeraakt en beschikken niet over een veilige scheiding. Bij defecten kan daarom op de
meetsensorleiding gevaarlijke spanning staan, die bij aanraking dodelijk of zwaar lichamelijk
letsel en materiële schade kan veroorzaken.
● Neem bij het aansluiten van de temperatuursensoren op een externe
72
WAARSCHUWING
temperatuurbewaking indien nodig extra maatregelen waardoor aan de eisen van "Gevaar
door elektrische schokken" wordt voldaan, zie IEC 60664-1 resp. IEC 61800-5-1.
SIMOTICS TN Series N-compact 1LH8
Bedieningshandleiding 06/2017