nl Servicedienst
10.1 Functiestoringen
Storing
Het algehele elektri-
sche systeem is ver-
stoord.
De automatische ont-
steking functioneert
niet.
Brandervlam is onge-
lijkmatig.
De gasstroom schijnt
niet normaal te zijn of
er stroomt geen gas
uit.
In de keuken ruikt het
naar gas.
De brander schakelt
uit, zodra u de bedie-
ningsknop loslaat.
11 Servicedienst
Als u vragen hebt over het gebruik, een storing aan het
apparaat niet zelf kunt verhelpen of als het apparaat
moet worden gerepareerd, neem dan contact op met
onze servicedienst.
Originele vervangende onderdelen die relevant zijn
voor de werking in overeenstemming met de desbetref-
fende Ecodesign-verordening kunt u voor de duur van
12
Oorzaak en probleemoplossing
Zekering is defect.
Controleer de zekering in de meterkast.
▶
De automatische zekering of een foutstroomveiligheidsschakelaar is in werking getreden.
Controleer in de meterkast of de automatische zekering of een aardlekschakelaar in wer-
▶
king is getreden.
Netstekker van de stroomkabel is niet ingestoken.
Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet.
▶
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Controleer of de verlichting van de binnenruimte of andere apparaten functioneren.
▶
Tussen de ontstekingskaars en de brander bevinden zich voedingsresten of verontreinigin-
gen.
Reinig de tussenruimte tussen ontstekingskaars en brander.
▶
Branderonderdelen zijn nat.
Droog de branderonderdelen zorgvuldig.
▶
Branderonderdelen zijn verkeerd gepositioneerd.
Branderonderdelen correct positioneren.
▶
Het apparaat is niet geaard, ondeskundig aangesloten of het aardingssnoer is beschadigd.
Neem contact op met een elektromonteur.
▶
Branderonderdelen zijn verkeerd gepositioneerd.
Branderonderdelen correct positioneren.
▶
Openingen aan de brander zijn verontreinigd.
Openingen aan de brander schoonmaken en drogen.
▶
De gastoevoer is door tussengeschakelde ventielen gesloten.
De tussengeschakelde ventielen openen.
▶
Gasfles is leeg.
U dient de gasfles te vervangen.
▶
Er is een bedieningsknop geopend.
De bedieningsknop sluiten.
▶
De gasfles werd ondeskundig aangesloten.
Zorg ervoor dat de gasfles naar behoren is aangesloten.
▶
Gasleiding naar het apparaat is ondicht.
Sluit de hoofdgaskraan.
1.
Ventileer de ruimte.
2.
Direct een erkende installateur inschakelen, die de gasinstallatie controleert en het instal-
3.
latiecertificaat uitschrijft.
Gebruik het apparaat niet totdat u er zeker van bent dat er bij de installatie en het appa-
4.
raat geen gas vrijkomt.
Bedieningsknop niet voldoende lang ingedrukt.
Houd de bedieningsknop na het ontsteken enkele seconden ingedrukt.
1.
Druk de bedieningsknop stevig in.
2.
Openingen aan de brander zijn verontreinigd.
Openingen aan de brander schoonmaken en drogen.
▶
ten minste 10 jaar vanaf het moment van in de handel
brengen van het apparaat binnen de Europese Econo-
mische Ruimte bij onze servicedienst verkrijgen.
Opmerking: Het inschakelen van de servicedienst in
het kader van de fabrieksgarantievoorwaarden is gratis.