Bedieningspaneel
O
A
Toets Aan/Uit
Om het apparaat in en- uit te schakelen.
.
B
Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te schakelen.
Zie hoofdstuk „Deuralarm".
C
Display
De temperatuur van beide klimaatzones wordt weerge-
geven op het display. Geactiveerde extra functies worden
met symbolen aangegeven.
In de setup-modus worden beschikbare menu's
en de instelopties op het display aangegeven.
Zie hoofdstuk „Setup-modus".
< >
D
Keuzetoetsen
De temperatuurinstelling wordt met de keuzetoetsen
geactiveerd.
Zie hoofdstuk „Instellen van de temperatuur".
Om een menu in de setup-modus te kiezen.
Zie hoofdstuk „Setup-modus".
+/–
E
Insteltoetsen
De temperatuur kan bij de temperatuurinstelling
+/–
met de insteltoetsen
Zie hoofdstuk „Instellen van de temperatuur".
Voor het instellen van de in het menu beschikbare
parameters.
Zie hoofdstuk „Setup-modus".
gewijzigd worden.
F
Setup-toets W
Deze toets activeert en beëindigt de setup-modus.
Als de setup-modus met de setup-toets W wordt
beëindigd, dan worden de doorgevoerde wijzigingen
opgeslagen.
G
Toets vakantie $
Om de energiebesparende vakantie-modus in en- uit
te schakelen.
Zie hoofdstuk „Vakantie-modus".
Attentie!
Elke aanraking van een toets wordt akoestisch gesigna-
leerd als in de setup-modus deze functie in het TOON-
menu geactiveerd (o
Symbolen op de indicatie
< >
) is.
Indicatie voor de bovenste klimaatzone
Indicatie voor de onderste klimaatzone
De Humidity-functie is geactiveerd,
zie „Humidity-functie".
De Vakantie-Modus is geactiveerd,
zie „Vakantie-modus".
Instelmogelijkheden in de setup-modus,
zie „Setup-modus".
Op het display verschijnt een alarmmel-
ding, zie „Alarmmeldingen via het
display".
9