Installatie en instellingen
7.
Onder Bewerking, voor de actie die de host onderneemt met betrekking tot het IP-adres:
− Uit - betekent dat deze rij in de toegangslijst niet actief is. Met deze instelling kunt u een
specifiek IP-adres of bereik van adressen invoeren, voordat u de bewerking Accepteren of
Afwijzen gaat afdwingen.
− Accepteren - hiermee krijgt het opgegeven IP-adres of bereik van adressen toegang tot de
printer.
− Afwijzen - hiermee krijgt het opgegeven IP-adres of bereik van adressen geen toegang tot de
printer.
Klik op Wijzigingen opslaan.
8.
IPsec-instellingen configureren
IPsec is een verzameling protocollen waarbij gebruik gemaakt wordt van verificatie of codering van
elk IP-pakket in een gegevensstroom, ter beveiliging van IP-communicatie (IP - Internetprotocol).
IPsec maakt ook gebruik van protocollen voor het bepalen van cryptografiesleutels en kan worden
geïmplementeerd als onderdeel van het algemene beveiligingsbeleid voor uw bedrijf.
Help IPsec configureren:
1.
Open een webbrowser op uw computer, typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk
dan op Enter of Return.
In CentreWare Internet Services klikt u op Eigenschappen.
2.
3.
Klik in het deelvenster Eigenschappen op het plus-symbool (+) naast de map Beveiliging om het
menu uit te vouwen.
Klik op IPsec.
4.
Om het IPsec-protocol te gebruiken, selecteert u Ingeschakeld naast Protocol.
5.
6.
Voer naast Gedeelde sleutel een waarde van maximaal 255 tekens voor de gedeelde sleutel in.
7.
Naast Gedeelde sleutel controleren voert u de waarde van de gedeelde sleutel nogmaals in.
8.
Om de levensduur van de SA op te geven, voert u een getal in naast Levensduur IKE SA. Het
bereik is 5–28800 minuten.
9.
Om de maximumtijd in te stellen voor de verbinding van een SA zonder activiteit, voert u een
getal in naast Levensduur IPsec SA. Het bereik is 5–2880 minuten.
10. Om het cryptografische niveau in te stellen, selecteert u naast DH-groep G1 voor laag en G2
voor hoog.
11. Om Perfect Forward Security in te schakelen, selecteert u Ingeschakeld naast PFS.
12. In het veld Bestemmings-IPv4-adres opgegeven voert u het IP-adres en poortnummer in als X.X.
X.X/P.
X moet een getal tussen 0 en 255 zijn.
13. Voer in het veld Bestemmings-IPv6-adres opgeven het IP-adres en de poort in, precies zoals deze
voor de bestemmingsserver staan aangegeven.
14. Om op te geven hoe de printer moet omgaan met gegevens van niet-IPsec-apparaten,
selecteert u een optie naast Communiceren met niet-IPsec-apparaat:
− Overslaan - geeft de printer opdracht om het IPsec-beveiligingsprotocol over te slaan en de
gegevens te gebruiken.
− Negeren - geeft de printer opdracht om de gegevens te negeren zonder ze te gebruiken.
15. Klik op Wijzigingen opslaan.
90
Xerox
®
WorkCentre
Handleiding voor de gebruiker
®
6605-multifunctionele kleurenprinter