Bezig met afdrukken
Standaard afdrukopties selecteren:
1.
Ga naar de lijst met printers op uw computer:
− Voor Windows XP SP1 of hoger: klik op Start >Instellingen>Printers en faxapparaten.
− Voor Windows Vista: klik op Start>Bedieningspaneel>Hardware en geluiden>Printers.
− Voor Windows Server 2003 en hoger: klik op Start>Instellingen>Printers.
− Voor Windows 7: klik op Start>Apparaten en printers.
2.
Klik in de lijst met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en klik op
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
3.
Klik op een tabblad in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken, selecteer de opties en
klik vervolgens op OK om op te slaan.
Opmerking:
Voor meer informatie over de printerdriveropties in Windows klikt u op de toets Help
(?) in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Afdrukopties selecteren voor een specifieke opdracht in Windows
Als u speciale afdrukopties voor een bepaalde opdracht wilt gebruiken, wijzigt u de
voorkeursinstellingen voor afdrukken in de applicatie voordat u de opdracht naar de printer verzendt.
Als u bijvoorbeeld de afdrukkwaliteit Verbeterd wilt gebruiken voor het afdrukken van een bepaald
document, selecteert u Verbeterd onder Voorkeursinstellingen voor afdrukken voordat u de
betreffende opdracht afdrukt.
1.
Open het document in uw softwareapplicatie en open de afdrukinstellingen. Voor de meeste
softwareapplicaties in Windows klikt u daartoe op Bestand>Afdrukken of drukt u op CTRL+P.
2.
Selecteer uw printer en klik op de toets Eigenschappen of Voorkeursinstellingen om het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken te openen. De titel van de toets kan variëren afhankelijk
van de applicatie.
3.
Klik op een tabblad in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken en maak vervolgens uw
selecties.
4.
Klik op OK om op te slaan en het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken af te sluiten.
5.
Klik op Afdrukken om de opdracht naar de printer te verzenden.
Een set veelgebruikte afdrukopties opslaan voor Windows
U kunt een set opties definiëren en opslaan, zodat u deze kunt toepassen op toekomstige
afdrukopdrachten.
Een set afdrukopties opslaan:
Open het document in uw applicatie en klik op Bestand>Afdrukken.
1.
2.
Selecteer de printer en klik vervolgens op Eigenschappen. Klik op de tabbladen in het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken en selecteer de gewenste instellingen.
Klik op Opgeslagen instellingen onder in het venster Printereigenschappen en klik vervolgens op
3.
Opslaan als.
4.
Voer een naam in voor de set afdrukopties en klik vervolgens op OK om de set opties op te slaan
in de lijst Opgeslagen instellingen.
5.
Selecteer de naam in de lijst om deze opties te gebruiken bij het afdrukken.
134
Xerox
®
WorkCentre
Handleiding voor de gebruiker
®
6605-multifunctionele kleurenprinter