Het netwerkadresboek instellen
Voordat u het netwerkadresboek kunt gebruiken, moet u eerst de printer configureren voor
communicatie met de LDAP-server.
Het netwerkadresboek instellen:
1.
Open een webbrowser op uw computer, typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk
dan op Enter of Return.
Klik op Eigenschappen.
2.
3.
Blader in het linkerdeelvenster naar Protocollen en selecteer LDAP-server.
Voer naast IP-adres/hostnaam & poort het IP-adres of de DNS-naam van de LDAP-server in en
4.
voer het poortnummer voor LDAP in.
Opmerking:
Als de optionele vaste schijf is geïnstalleerd en Gegevenscodering vaste schijf is
ingeschakeld, verschijnen de instellingen voor de LDAP-SSL/TLS. Zorg dat u alle wijzigingen op
de pagina LDAP-server opslaat, voordat u op de SSL-koppeling klikt om LDAP-SSL/TLS in te
schakelen.
5.
Voer de Begindirectory voor zoeken in.
6.
Voer een geldige aanmeldingsnaam en toegangscode in.
7.
Selecteer een of meer van de volgende opties:
− Om het netwerkadresboek in te schakelen voor de functie Scannen naar e-mail, selecteert u
E-mailserveradresboek.
− Om het netwerkadresboek in te schakelen voor de functie Faxen, selecteert u
Faxserveradresboek.
8.
Klik op Wijzigingen opslaan.
9.
Bij de vraag of u het systeem opnieuw wilt starten, klikt u op Printer opnieuw opstarten.
Xerox
®
WorkCentre
®
6605-multifunctionele kleurenprinter
Installatie en instellingen
Handleiding voor de gebruiker
53