Installatie en instellingen
Administratieve beveiligingsinstellingen configureren
1.
Open een webbrowser op uw computer, typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk
dan op Enter of Return.
2.
In CentreWare Internet Services klikt u op Eigenschappen.
3.
Klik in het deelvenster Eigenschappen op het plus-symbool (+) naast de map Beveiliging om het
menu uit te vouwen.
Klik op Beveiligingsinstellingen beheerder.
4.
5.
Om beheerdersrechten in te schakelen, selecteert u Mode Beheerder inschakelen.
6.
Voer de gebruikersnaam en toegangscode in en voer de toegangscode nogmaals in.
7.
Naast Toegangsweigering door het mislukken van de verificatie van de Beheerder voert u het
aantal toegestane aanmeldingspogingen in voordat de gebruiker wordt vergrendeld.
8.
Klik op Wijzigingen opslaan.
Beveiligingsinstellingen configureren
1.
Open een webbrowser op uw computer, typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk
dan op Enter of Return.
2.
In CentreWare Internet Services klikt u op Eigenschappen.
3.
Klik in het deelvenster Eigenschappen op het plus-symbool (+) naast de map Beveiliging om het
menu uit te vouwen.
4.
Klik op Veilig instell.
5.
Configureer indien nodig de beveiligingsfuncties.
Netwerkverificatie inschakelen:
Selecteer Aan bij Netwerkverificatie.
1.
2.
Klik op Wijzigingen opslaan.
Toegang tot menu's op het bedieningspaneel beperken:
Selecteer Inschakelen bij Paneelvergrendeling instellen.
1.
2.
Typ de toegangscode en bevestig deze toegangscode.
Klik op Wijzigingen opslaan als u de opties voor het instellen van functievergrendeling wilt
3.
bekijken.
Toegangsrechten instellen voor niet-geautoriseerde gebruikers:
1.
Selecteer een toegangsniveau voor een functienaam uit de lijsten.
2.
Als u gebruikers wilt toestaan om kopieën te maken, selecteert u Ingeschakeld bij Kopiëren.
3.
Als u gebruikers wilt toestaan om documenten te scannen en te e-mailen, selecteert u
Ingeschakeld bij E-mail.
Als u gebruikers wilt toestaan om documenten te faxen, selecteert u Ingeschakeld bij Fax.
4.
5.
Als u wilt toestaan dat faxen via de faxdriver worden verzonden, selecteert u Ingeschakeld bij
Verzenden via faxdriver.
6.
Als u wilt toestaan dat gebruikers documenten scannen en naar een netwerkserver verzenden,
selecteert u Ingeschakeld bij Scan naar netwerk.
7.
Als u wilt toestaan dat gebruikers documenten scannen en naar een computer verzenden,
selecteert u Ingeschakeld bij Scan naar PC.
8.
Als u wilt toestaan dat gebruikers documenten scannen met TWAIN of WIA, selecteert u
Ingeschakeld bij Scan naar PC.
82
Xerox
®
WorkCentre
Handleiding voor de gebruiker
®
6605-multifunctionele kleurenprinter