Inhoudsopgave
Advertenties
Bezig met afdrukken
Speciale opdrachttypen afdrukken
Met speciale opdrachttypen kunt u een afdrukopdracht vanaf uw computer verzenden en deze
vervolgens via het bedieningspaneel van de printer afdrukken. Selecteer speciale opdrachttypen in de
printerdriver, tabblad Afdrukopties onder Opdrachttype.
Opmerking:
De speciale opdrachttypen worden in het geheugen van de printer opgeslagen en
worden verwijderd als de printer wordt uitgeschakeld. Om de speciale opdrachttypen permanent
op te slaan, moet de optionele productiviteitskit op uw printer worden geïnstalleerd.
Opgeslagen opdracht
Opgeslagen opdrachten zijn documenten die naar de printer zijn verzonden en daar opgeslagen zijn
voor toekomstig gebruik. Opgeslagen opdrachten worden weergegeven in het menu Afdrukken vanaf
op de Startpagina Functies.
Een opgeslagen opdracht afdrukken:
Als het bedieningspaneel donker is, drukt u op de toets Energiebesparing.
1.
2.
Selecteer de functie Afdrukken via en selecteer vervolgens Opgeslagen opdrachten.
3.
Druk op de gebruikersnaam of op de naam van de map die de opgeslagen opdracht bevat.
4.
Druk op de naam van de opgeslagen opdracht, druk op Aantal, selecteer het aantal afdrukken
en druk op OK.
5.
Selecteer Afdrukken.
Om het document te verwijderen na het afdrukken, selecteert u Verwijderen na afdrukken.
6.
7.
Selecteer OK.
Beveiligde afdruk
Met Beveiligde afdruk kunt u een 1- tot 12-cijferige toegangscode aan een afdrukopdracht toewijzen
wanneer deze naar de printer wordt verzonden. De opdracht wordt op de printer vastgehouden
totdat dezelfde toegangscode op het bedieningspaneel wordt ingevoerd.
Een beveiligde afdrukopdracht vrijgeven voor afdrukken:
Als het bedieningspaneel donker is, drukt u op de toets Energiebesparing.
1.
2.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op Opdrachtstatus.
Druk op Beveiligde opdrachten en druk op de gebruikersnaam of mapnaam van de beveiligde
3.
opdracht.
4.
Voer via het toetsenpaneel de toegangscode in die u aan de afdrukopdracht hebt toegewezen.
Selecteer OK.
5.
Druk op Aantal, voer het aantal kopieën in en druk op OK.
6.
7.
Selecteer Afdrukken.
Om het document te verwijderen na het afdrukken, selecteert u Verwijderen na afdrukken.
8.
9.
Selecteer OK.
142
Xerox
®
WorkCentre
Handleiding voor de gebruiker
®
6605-multifunctionele kleurenprinter
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
