Afdruk- en opslagomgeving
De ideale temperatuur van de afdruk- en opslagomgeving voor afdrukmateriaal ligt rond
kamertemperatuur, waarbij de omgeving niet te droog en niet te vochtig moet zijn. Denk eraan dat papier
hygroscopisch is; vocht wordt snel geabsorbeerd en droogt ook snel weer op.
Warmte zorgt ervoor dat het vocht in papier verdampt, terwijl kou ervoor zorgt dat vocht op de vellen
condenseert. De vochtigheid in een ruimte wordt door verwarmingssystemen en airconditioners voor
een groot deel verlaagd. Als papier uit de verpakking is gehaald en wordt gebruikt, verliest het vocht
waardoor er strepen en vlekken op kunnen komen. Vochtig weer of koeltanks kunnen ervoor zorgen
dat de vochtigheid in een ruimte wordt verhoogd. Als papier uit de verpakking is gehaald en wordt
gebruikt, absorbeert het eventueel overtollig vocht waardoor de afdrukken te licht kunnen zijn en er
storingen kunnen optreden. Door het verlies en de absorptie van vocht kan het papier ook vervormd
raken en zo storingen veroorzaken.
De conclusie die hieruit kan worden getrokken is dat papieropslag en -verwerking net zo belangrijk zijn
als de papierproductie zelf. De omgevingsomstandigheden van de papieropslag beïnvloeden
rechtstreeks de invoerfunctie en de afdrukkwaliteit.
Beoordeel of het verstandig is meer papier te kopen dan kan worden gebruikt gedurende een korte
periode (ongeveer drie maanden). Papier dat gedurende lange perioden is opgeslagen, wordt mogelijk
blootgesteld aan een extreem hoge temperatuur of luchtvochtigheid. Dit kan ervoor zorgen dat het
papier wordt beschadigd. Planning is dus belangrijk om te voorkomen dat een grote voorraad papier
beschadigd raakt.
Papier in ongeopende pakken kan enkele maanden bewaard blijven voordat het wordt gebruikt. Papier
in geopende pakken kan gemakkelijker worden beschadigd door de omgevingsomstandigheden, vooral
als het papier niet in een vochtbestendige verpakking zit.
De omgevingsomstandigheden voor de opslag van het afdrukmateriaal moeten op de juiste wijze
worden gehandhaafd, zodat u bent verzekerd van optimale printerprestaties. De aanbevolen
temperatuur ligt tussen de 20 en 24 °C, waarbij de relatieve vochtigheid tussen de 45 en 55% moet zijn.
De volgende richtlijnen zijn nuttig bij het beoordelen van de opslagomgeving van het papier:
●
Afdrukmateriaal moet worden bewaard bij kamertemperatuur.
●
De lucht moet niet te droog en niet te vochtig zijn, aangezien dan de hygroscopische
eigenschappen van papier worden verminderd.
●
U kunt een geopend pak papier het best bewaren door dit weer strak in de vochtbestendige
verpakking te wikkelen. Als de omgeving van de printer onderhevig is aan extreme temperatuur-
en vochtigheidsschommelingen, haalt u alleen de hoeveelheid papier uit de verpakking die u die
dag wilt gebruiken. Dit om ongewenste veranderingen door vocht te voorkomen.
●
Vermijd de opslag van papier en afdrukmateriaal dichtbij verwarmingselementen en ventilatiegaten
van de airconditioning. Bewaar het materiaal ook niet in de buurt van ramen en deuren die vaak
open staan.
14
Hoofdstuk 1 Basisinformatie over de printer
NLWW