De ventilatorconvector in bedrijf stellen
Optie
Beschrijving
KJB311A
Elektriciteitskast met
aardingsterminal
(3 stroken)
KJB411A
Elektriciteitskast
KRP1BA101
Installatiekast voor
adapter PCB
BRC315D7
Kabelafstandsbediening —
EKMV2C09B7
2-wegsklep
(AAN/UIT-type)
EKMV3C09B7
3-wegsklep
(AAN/UIT-type)
EKRP1C11
Klepregeling PCB
EKFCMBCB7
Optionele printplaat
voor Modbus-
aansluiting
EKROROA
Afstandsbediening
"AAN/UIT" en
"Geforceerd UIT" kit
Tabel 4.3: Installatie van optionele apparatuur
De ventilatorconvector in bedrijf stellen
De ventilatorconvector in bedrijf stellen
5
De ventilatorconvector in bedrijf
stellen
De ventilatorconvector in bedrijf stellen
5.1.
Eindcontrole
Gevaar: elektrische schok
Zie
"Voorzorgsmaatregelen bij installatie" op pagina
Na de installatie van de unit moet u eerst de volgende punten
controleren. Zodra alle onderstaande controles zijn uitgevoerd, moet
de unit worden afgesloten. Pas dan mag de unit worden ingeschakeld.
Vink
aan na controle
De unit is correct geïnstalleerd.
Als hij niet correct is geïnstalleerd, kunnen er zich
abnormale geluiden en trillingen voordoen bij het opstarten
van de unit.
De unit is volledig geïsoleerd.
Indien niet volledig geïsoleerd, kan er condensatiewater
lekken.
De afvoer stroomt vlot.
Als de afvoer niet vlot stroomt, kan er condensatiewater
lekken.
De voedingsspanning komt overeen met de spanning op het
typeplaatje van de unit.
De bedradings- en leidingaansluitingen zijn correct.
In geval van verkeerde aansluitingen, kan de unit slecht
werken of kunnen er onderdelen uitbranden.
De aardingskabels zijn correct aangesloten.
De aardingsterminals zijn aangespannen.
De bedradingsafmetingen voldoen aan de specificaties.
In geval van verkeerde bedradingsafmetingen, kan de unit
slecht werken of kunnen er onderdelen uitbranden.
Installatiehandleiding
11
Opmerking
—
—
Installatie: zie
FFQ of FXZQ.
—
—
Installatie: gebruik niet
de installatiehandleiding
die is meegeleverd met
de optie EKRP1C11,
maar raadpleeg de
installatiehandleiding
van opties EKMV2 en
EKMV3.
—
—
2.
Vink
aan na controle
De zekeringen, stroomonderbrekers, of de ter plaatse
geïnstalleerde beveiligingsapparatuur hebben de
afmetingen en zijn van het type opgegeven in het
hoofdstuk"Het elektrische leidingwerk
voorbereiden" op pagina
Geen enkele zekering of beveiligingsapparatuur is
overgeslagen.
Er zijn geen zichtbare losse aansluitingen of beschadigde
elektrische onderdelen in de stuurkast of in de unit.
Er zijn geen beschadigde onderdelen of beknelde leidingen
in de unit.
Er lekt geen water in de unit.
Als er water lekt, sluit de afsluitkleppen van de waterinlaat
en -uitlaat af en neem contact op met uw lokale DAIKIN
dealer.
Alle lucht is uit het circuit verwijderd.
Alle optionele apparatuur is correct geïnstalleerd en
aangesloten.
De luchtinlaat en -uitlaat van de unit wordt niet gehinderd
door vellen papier, karton of ander materiaal.
Tabel 5.1: Checklist voltooiing installatie
Waarschuwing
Neem de nodige voorzorgsmaatregelen in acht om te
voorkomen dat de unit zal worden gebruikt als schuilplaats
voor klein ongedierte. Kleine dieren die in contact komen
met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of
brand veroorzaken. Vraag de gebruiker om het gebied rond
de unit schoon en opgeruimd te houden.
De ventilatorconvector in bedrijf stellen
5.2.
De unit configureren
Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit hoofdstuk
achtereenvolgens leest en dat de unit wordt geconfigureerd volgens
de vereisten.
Configuratie van de unit gebeurt met behulp van de besturing in
overeenstemming met de installatietoestand.
Instellingen kunnen worden uitgevoerd door de "Mode No.",
"First code No." en "Second code No." te wijzigen.
Raadpleeg voor instellingen en bediening "Field setting" in de
installatiehandleiding van de besturing.
Plafondhoogte instellen
Pas het Second code No. aan volgens de onderstaande tabel zodat
het overeenkomt met de plafondhoogte van uw installatie. (Second
code No. is af fabriek ingesteld op "01")
Plafondhoogte
Mode No.
(m)
≤2,7
13(23)
>2,7 of ≤3
13(23)
>3 of ≤3,5
13(23)
Tabel 5.2: Instelling plafondhoogte
Luchtafvoerrichting instellen
Raadpleeg het optiehandboek van de optionele blokkeerplaatkit voor
het wijzigen van de luchtafvoerrichting (2, 3 of 4 richtingen). (Second
code No. is af fabriek ingesteld op "01" voor luchtafvoer in alle
richtingen)
4.
First
Second
code No.
code No.
0
01
0
02
0
03
Ventilatorconvectoren
4PW64524-1B – 2014.03
FWF