4.7.2. Sluit de afvoerleidingen aan op de unit
De ventilatorconvector installeren
1
Duw de afvoerslang (meegeleverd met de unit) zo ver mogelijk
over de afvoermof zoals afgebeeld in de onderstaande figuur.
a
Fig. 4.6: De afvoerslang aansluiten
a
Afvoermof (vast aan de unit)
b
Afvoerslang (meegeleverd met de unit)
2
Span de metalen klem aan tot de schroefkop minder dan 4 mm
van het metalen klemonderdeel is verwijderd, zoals afgebeeld in
de figuur 8: "Afsluitplaat wikkelen".
a
Afvoermof (vast aan de unit)
b
Afvoerslang (meegeleverd met de unit)
c
Metalen klem (meegeleverd met de unit)
d
Grote afsluitplaat (meegeleverd met de unit)
e
Afvoerleidingen (niet meegeleverd)
De ventilatorconvector installeren
4.7.3. De afvoerleidingen testen
Controleer nadat het leidingwerk is voltooid of het afvoeren vlot
verloopt.
1
Voeg langzaam ongeveer 2 l water toe via de luchtuitlaat (zie
figuur 10: "Methode om water toe te voegen").
a
Plastic waterkan (buis moet ongeveer 100 mm
lang zijn)
b
Reparatieafvoeruitlaat (met rubber stop) (Gebruik
deze uitlaat om water uit de afvoerbak te laten
lopen)
c
Locatie condenswaterpomp
d
Afvoerleiding
e
Afvoermof
2
Controleer de afvoerstroom.
Indien het elektrisch bedradingswerk is voltooid
Controleer afvoerstroom tijdens het KOELEN, uitgelegd in
"De installatie testen" op pagina
Indien het elektrisch bedradingswerk niet is voltooid
1
Verwijder het deksel van de stuurkast. Sluit de
voeding (50 Hz, 220-240 V) aan op aansluitingen 1
en 2 op de klemmenstrook van de voeding en sluit de
aardingskabel stevig aan.
2
Sluit het deksel van de stuurkast en zet de
stroom aan.
Gevaar: elektrische schok
Raak de condenswaterpomp niet aan.
FWF
Ventilatorconvectoren
4PW64524-1B – 2014.03
b
12.
De ventilatorconvector installeren
3
Controleer de afvoerwerking door naar de afvoermof
te kijken.
4
Zet na het controleren van de afvoerstroom de stroom
uit, verwijder het deksel van de stuurkast en koppel
de voeding opnieuw los van de klemmenstrook van
de voeding. Zet het deksel van de stuurkast terug op
zijn plaats.
De ventilatorconvector installeren
4.8.
Optionele apparatuur installeren
Raadpleeg de meegeleverde installatiehandleiding van de optionele
apparatuur om deze te installeren en hou rekening met de
opmerkingen in de onderstaande tabel.
Optie
Beschrijving
BYFQ60B
Sierpaneel
KDBQ44B60
Paneelvulring
KAFQ441BA60 Vervangingsfilter met
lange levensduur
KDDQ44XA60
Verse luchtinlaatkit
KDBH44BA60
Afsluitonderdeel van
luchtafvoeruitlaat
BRC7E530
Afstandsbediening –
draadloos (koelen en
verwarmen)
BRC7E531
Afstandsbediening –
draadloos (enkel
koelen)
KRCS01-1
Temperatuursensor
op afstand
DCS302CA51
Centrale
afstandsbediening
DCS601C51C
Intelligent touch
controller
DCS301BA51
Centrale AAN/UIT-
bediening
DST301BA51
Programmatimer
KRP4A(A)53
Bedradingsadapter voor
elektrische aanhangsels
KRP2A52
Bedradingsadapter voor
elektrische aanhangsels
KEK26-1A
Geluidsfilter
KJB212AA
Elektriciteitskast met
aardingsterminal
(2 stroken)
Opmerking
—
—
—
—
—
Niet alle functies zijn
beschikbaar voor de
FWF modellen.
Niet alle functies zijn
beschikbaar voor de
FWF modellen.
—
Installatie: rechtstreekse
aansluiting op de
binnenunit, geen
aansluiting op de
buitenunit.
Niet alle functies zijn
beschikbaar voor de
FWF modellen.
Installatie: rechtstreekse
aansluiting op de
binnenunit, geen
aansluiting op de
buitenunit.
Het is niet mogelijk
om AIRNET of
telefoonaansluiting te
gebruiken.
Niet alle functies zijn
beschikbaar voor de
FWF modellen.
Installatie: rechtstreekse
aansluiting op de
binnenunit, geen
aansluiting op de
buitenunit + EKROROA
optiekit is nodig.
—
Installatie: zie FXZQ.
Aansluiting: zie
VRV-systeem.
Installatie: zie FXZQ.
Aansluiting: zie
VRV-systeem.
—
—
Installatiehandleiding
10