De toets
drukken, aanduiding wordt omgeschakeld in
optelmodus.
De weegschaal is op het ogenblik in optelmodus en telt
alle elementen samen die zich op het weegplateau
bevinden.
01 Referentiegewicht – referentiegewicht door wegen bepalen
De toets drukken, aanduiding wordt omgeschakeld
in optelmodus.
De toets drukken, met de pijltoetsen aantal
referentiestuks kiezen (in fabriekinstelling staan
volgende aantallen ter beschikking: 10, 20, 50, 100 en
willekeurig gekozen), met de toets
Op de weegschaal zoveel te tellen elementen leggen als
conform ingestelde aantal referentiestuks vereist is en
met de toets
weegschaalcontainer wordt gebruikt, met de toets
tarreren.
De toets
drukken.
Symbool (
) op display informeert dat automatische
optimalisering van referentiewaarde aan is. Elke keer na
opleggen van extra elementen wordt de weegschaal
automatisch geoptimaliseerd. Om optimaliseringproces
aan te zetten dient men geen toetsen te drukken. Bij
elke optimalisatie van referentiewaarde wordt het
gemiddelde stukgewicht (referentiewaarde) opnieuw
berekend. Omdat de toegevoegde elementen
berekeningsbasis vergroten, wordt de referentiewaarde
ook preciezer.
De toets
drukken. Aantal referentiestuks wordt als
instelling "01 Weegeenheid" bewaard.
De toets drukken, de weegschaal is op het ogenblik
in optelmodus en telt alle elementen samen die zich op
het weegplateau bevinden.
56
bevestigen. Indien een
bevestigen.
Parts counting setup
M1 01 Unit weight
02 Recall sample
03 Store sample
04 Checkweighting
05 Filling
06
Statistics
07 Run
ALT/PLT-BA-nl-0721
5.0000
g
OFF
OFF
OFF