b
a
a
Aansluiting voor de koelvloeistof
b
Aansluiting voor het koelgas
2 Sluit de gasafsluiter komende van de buitenunit aan op de
koelgasaansluiting van de binnenunit.
OPMERKING
Er wordt geadviseerd de koelmiddelleidingen tussen de
binnen- en de buitenunit in een buis te leggen of
afwerkingstape rond deze leidingen te wikkelen.
7.6.10
Bepalen of er olieafscheiders nodig zijn
Olie die terugstroomt naar de compressor van de buitenunit kan
vloeistofcompressie of een slechte olieterugvoer veroorzaken.
Olieafscheiders in de stijggasleiding kunnen dit voorkomen.
Als
De binnenunit hoger dan
Installeer om de 10 m (hoogteverschil)
de buitenunit staat
een olieafscheider.
a Stijggasleiding met olieafscheider
b Vloeistofleiding
De buitenunit hoger dan
Zijn GEEN olieafscheiders vereist.
de binnenunit staat
7.7
De koelmiddelleiding controleren
7.7.1
Over het controleren van de
koelmiddelleidingen
De interne koelmiddelleiding van de buitenunit is in de fabriek getest
op lekken. U moet alleen nog maar de externe koelmiddelleiding
van de buitenunit controleren.
Alvorens de koelmiddelleiding te controleren
Controleer of de koelmiddelleiding is aangesloten tussen de
buitenunit en de binnenunit.
Typische werkstroom
Een typische controle van de koelmiddelleiding bestaat uit de
volgende stappen:
1
De koelmiddelleiding controleren op lekken.
2
Alle vocht, lucht of stikstof uit de koelmiddelleiding verwijderen
door middel van vacuümdrogen.
ERHQ+ERLQ011~016 + EHVH11+16S26CBV
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P449976-1B – 2018.02
Dan
a
10 m
b
Als de koelmiddelleiding vocht kan bevatten (bijvoorbeeld water in
de leiding), moet u eerst vacuümdrogen zoals hieronder beschreven
tot alle vocht is verwijderd.
7.7.2
Voorzorgsmaatregelen bij het controleren
van koelmiddelleidingen
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de
volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
OPMERKING
Gebruik een 2-trapsvacuümpomp met een terugslagklep
die tot een meterdruk van − 1 00,7 kPa (− 1 ,007 bar) (5 Torr
absoluut) kan evacueren. Zorg ervoor dat de olie in de
pomp niet in het systeem terugstroomt wanneer de pomp
niet draait.
OPMERKING
Gebruik deze vacuümpomp enkel en alleen voor R410A.
De zelfde pomp voor andere koelmiddelen gebruiken kan
de pomp en de unit beschadigen.
OPMERKING
▪ Sluit de vacuümpomp aan op zowel de servicepoort
van de gasafsluiter als de servicepoort van de
vloeistofafsluiter voor een betere efficiëntie.
▪ Zorg ervoor dat de gasafsluiter en vloeistofafsluiter
goed gesloten zijn alvorens over te gaan tot de lektest
of het vacuümdrogen.
7.7.3
Koelmiddelleiding controleren: Opstelling
a
c
R410A
b
d
a
Manometer
b
Stikstof
c
Koelmiddel
d
Weegapparaat
e
Vacuümpomp
f
Afsluiter
7.7.4
Op lekkages controleren
OPMERKING
Overtreft de maximale werkdruk van de unit NIET (zie "PS
High" op het naamplaatje van de unit).
Uitgebreide handleiding voor de installateur
7 Installatie
f
e
39