5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
Warmtepompconvectoren
Opstelling
A
B
A
Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B
Een eenpersoonskamer
a
Afstandsbediening van de warmtepompconvectoren
▪ De warmtepompconvectoren zijn rechtstreeks op de binnenunit
aangesloten.
▪ De
gewenste
kamertemperatuur
afstandsbediening van de warmtepompconvectoren.
▪ Het signaal om ruimteverwarming te vragen wordt naar een
digitale input op de binnenunit gestuurd (X2M/1 en X2M/4)
▪ De bedrijfsmodus wordt naar de warmtepompconvectoren
gestuurd door een digitale output op de binnenunit (X2M/32 en
X2M/33).
INFORMATIE
Wanneer meerdere warmtepompconvectoren gebruikt
worden, controleer of elke warmtepompconvector wel
degelijk
het
infraroodsignaal
afstandsbediening van de warmtepompconvectoren.
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪ #: [A.2.1.7]
▪ Code: [C-07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪ #: [A.2.1.8]
▪ Code: [7-02]
Externe kamerthermostaat voor
de primaire zone:
▪ #: [A.2.2.4]
▪ Code: [C-05]
Voordelen
▪ Efficiëntie.
Optimale
energie-effectiviteit
onderlingeverbindingfunctie.
▪ Stijlvol.
Combinatie: Vloerverwarming +
Warmtepompconvectoren
▪ De ruimteverwarming wordt bezorgt door:
▪ De vloerverwarming
▪ De warmtepompconvectoren
Opstelling
Uitgebreide handleiding voor de installateur
14
a
wordt
ingesteld
via
de
ontvangt
van
de
Waarde
1 (Bst xt kmrthrms): De unit werkt
op basis van de externe
thermostaat.
0 (1 AWT-zone): Primair
1 (Thermo AAN/UIT): Als de
gebruikte externe
kamerthermostaat of
warmtepompconvector enkel een
thermo AAN/UIT-staat kan
sturen.
omwille
van
de
A
B
A
Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B
Een eenpersoonskamer
a
Afstandsbediening van de warmtepompconvectoren
▪ De warmtepompconvectoren zijn rechtstreeks op de binnenunit
aangesloten.
▪ De
gewenste
kamertemperatuur
afstandsbediening van de warmtepompconvectoren.
▪ Het signaal om ruimteverwarming te vragen wordt naar een
digitale input op de binnenunit gestuurd (X2M/1 en X2M/4)
▪ De bedrijfsmodus wordt naar de warmtepompconvectoren
gestuurd door een digitale output (X2M/32 en X2M/33) op de
binnenunit.
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪ #: [A.2.1.7]
▪ Code: [C-07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪ #: [A.2.1.8]
▪ Code: [7-02]
Externe kamerthermostaat voor
de primaire zone:
▪ #: [A.2.2.4]
▪ Code: [C-05]
Voordelen
▪ Efficiëntie. Vloerverwarming levert de beste prestaties met
Altherma LT.
▪ Comfort. De combinatie van twee types van warmteafgevers
biedt
het
uitstekende
de vloerverwarming.
5.2.2
Meerdere kamers – Eén AWT-zone
Als alleen 1 aanvoerwatertemperatuurzone nodig is, omdat de
gewenste
aanvoerwatertemperatuur
dezelfde is, hebt u GEEN mengklepstation nodig (economisch).
Voorbeeld: Als het warmtepompsysteem gebruikt wordt om 1 vloer
te verwarmen, waarbij alle kamers dezelfde warmteafgevers
hebben.
Vloerverwarming of radiatoren –
Thermostaatkranen
Als u de kamers met vloerverwarming of radiatoren verwarmt, wordt
de temperatuur van de primaire kamer meestal via een thermostaat
geregeld (dit kan de gebruikersinterface zijn of een externe
kamerthermostaat), terwijl de temperatuur in de andere kamers via
thermostaatkranen geregeld wordt: deze openen of sluiten zich in
functie van de kamertemperatuur.
ERHQ+ERLQ011~016 + EHVH11+16S26CBV
a
wordt
ingesteld
via
Waarde
1 (Bst xt kmrthrms): De unit werkt
op basis van de externe
thermostaat.
0 (1 AWT-zone): Primair
1 (Thermo AAN/UIT): Als de
gebruikte externe
kamerthermostaat of
warmtepompconvector enkel een
thermo AAN/UIT-staat kan
sturen.
verwarmingscomfort
van
alle
warmteafgevers
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P449976-1B – 2018.02
de
van