B e d I e n I n g s I n s t r u C t I e s
1. 30 MInuten voorverwarMen oP 93°C voor
het Plaatsen van voedsel.
Zet de aan/uitschakelaar in de stand "On". Het apparaat
begint te werken op de eerder ingestelde temperatuur.
2. Druk op de pijltoets Omhoog of Omlaag tot 93°C is
bereikt. Indrukken en loslaten van de pijltoetsen verhoogt
de instelling met 1 graad. Indrukken en ingedrukt
houden van de pijltoetsen verhoogt de instelling met 10
graden. Als de pijltoets wordt losgelaten, is een nieuwe
temperatuur ingesteld. De temperatuur-instelling
verschijnt op de digitale display en het warmte-
indicatielampje gaat branden. Druk gedurende drie
seconden op de toets temperatuurweergave om de actuele
temperatuur in het apparaat weer te geven.
Wisselen tussen Ingesteld en Actueel:
De fabrieksinstelling is het weergeven van de Ingestelde
temperatuur op de digitale display. Weergeven van de
Actuele temperatuur:
Houd de Toets temperatuurweergave en de pijltoets
Omhoog gedurende 5 seconden ingedrukt. De bediening
geeft nu het volgende weer
Actuele temperatuur.
Herhaal dit om over te schakelen naar de Instelling
.
SET
Druk op de Toets temperatuurweergave om de andere
temperatuuraanduiding weer te geven.
3. As de interne luchttemperatuur de gewenste
warmhoudtemperatuur bereikt, gaat warmte-
indicatielampje uit.
4. Plaats alleen warme gerechten in de kast.
Het doel van de warmhoudkast is warme gerechten op
de juiste serveertemperatuur houden. Alleen warme
gerechten mogen in de kast worden geplaatst. Meet
voordat u de kast vult met een voedselthermometer of
alle gerechten een interne temperatuur tussen 60° en
71°C hebben. Gerechten die niet de juiste temperatuur
hebben, moeten voordat ze in de kast geplaatst worden,
opgewarmd worden.
w e r k I n g
I
I
o
o
, en vervolgens de
ACT
Warmte-
indicatielampje
I
I
o
o
Aan/uitschakelaar
temperatuurweergave
MN-29743-
(Rev. 6) 02/16 • Warmhoudladen • 9
nl
5. Controleer of de deur van de kast goed dicht zit en
stel dan met de pijltoetsen Omhoog en Omlaag, de
temperatuur in op 71°C.
DIT HOEFT NIET NOODZAKELIJKERWIJS DE
DEFINTIEVE INSTELLING TE ZIJN.
Het juiste temperatuurbereik voor de gerechten in de
kast is afhankelijk van het type en de kwantiteit van
het product. Of de optionele ladeventilatie geopend
of gesloten moet worden, is ook afhankelijk van het
type voedsel dat warm wordt gehouden. Als gerechten
gedurende langere tijd worden warmgehouden, is het
raadzaam om van tijd tot tijd de interne temperatuur van
elk van de gerechten te controleren om te waarborgen dat
het juiste temperatuurbereik wordt aangehouden. Stel de
warmhoudtemperatuur opnieuw in als dat nodig is.
oM te sChakelen tussen fahrenheIt en
CelsIus
Druk op de Toets temperatuurweergave om de andere
temperatuuraanduiding weer te geven.
De fabrieksinstelling is Fahrenheit. Om over te schakelen naar
Celsius:
1. Houd de Toets temperatuurweergave en de pijltoets
Omlaag gedurende 5 seconden ingedrukt.
2. Gedurende 3 seconden kan
worden en dan wordt de temperatuur weergegeven.
(Instelpunt of Actueel, wat de gebruiker gekozen heeft)
in ºC.
3. Herhaal dit om over te schakelen naar Fahrenheit.
Opmerking: Bij een stroomonderbreking, fabriekstest enz. is de
instelling nog steeds de weergave in ºC of ºF die door de gebruiker
gekozen is.
Digitale
display
Toets
Pijltjestoetsen
omhoog/omlaag
.
C
de selectie bevestigd
I
I
o
o
o o