10
Instellingen
10.3
Ontlastingsve(e)r(en) instellen
KMG000-039
Via de ontlastingsveren (1) wordt de bodemdruk van de maaibalk aan de plaatselijke
omstandigheden aangepast. Om de graszode te ontzien, moet de maaibalk zover worden
ontlast dat hij bij het maaien niet springt, maar ook op de ondergrond geen sleepsporen
achterlaat.
Ontlastingsveren ontspannen
ü De machine bevindt zich in de transportstand,
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door gespannen ontlastingsve(e)r(en). De
ontlastingsveren (1) nooit in de werkstand van de machine ontspannen.
De vergrendeling (2) omhoog zwenken.
Æ De ontlastingsve(e)r(en) is/zijn ontspannen ook wanneer de machine in de werkstand wordt
neergelaten.
Bodemdruk verhogen/verlagen
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door gespannen ontlastingsve(e)r(en).De
ontlastingsveren (1) nooit in de werkstand van de machine plaatsen..
De vergrendeling (2) omhoog zwenken.
Om de bodemdruk te verhogen, de bout (3) in het gatenpatroon in richting (II) verplaatsen.
Om de bodemdruk te verlagen, de bout (3) in het gatenpatroon in richting (I) verplaatsen.
De vergrendeling (2) omlaag zwenken.
Bij uitvoering "Hydraulische verstelling van de ontlasting"
KMG000-043
76
zie
Pagina 65.
zie
Pagina 25.
Originele handleiding 150000811_04_nl
EasyCut R 320 CV