14
Onderhoud - maaibalk
14.4
Oliepeil controleren
KM000-080
De nieuwe stootrand (3) inpassen.
Aan de bovenkant van de maaibalk in de gebieden (1) korte I-naden lassen (elk ca. 30 mm).
INFO: De randen (2) mogen niet gelast worden.
Aan de onderkant van de maaibalk de stootrand (3) over de volledige lengte in het gebied
(5) aan de maaibalk lassen. INFO: De randen (4) mogen niet gelast worden.
14.4
Oliepeil controleren
INFO
Oliewissel aan de maaibalk is niet noodzakelijk.
Voordat het oliepeil op de maaibalk kan worden gecontroleerd, moet de maaibalk met behulp
van een waterpas vlak worden uitgelijnd.
KM000-284
LET OP! Schade aan de machine door onvakkundig uitgevoerde oliepeilcontrole, olie- en
filterelementwissel! De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole. Olie- en filterelementwissel
veilig uitvoeren" in acht nemen,
De machine stoppen en beveiligen,
Maaibalk in dwarsrichting (rijrichting) uitrichten
De waterpas (1) dwars op de maaibalk leggen.
De maaibalk met de waterpas (1) uitrichten, evt. via de snijlengte-instelling bijstellen,
Pagina 74.
104
zie
Pagina 26.
zie
Pagina 25.
EasyCut R 320 CV
Originele handleiding 150000811_04_nl
zie