7.3.2
Gesloten installaties
OPMERKING: Schade aan de installatie
door veelvuldig bijvullen!
De cv-installatie kan afhankelijk van de wa-
terkwaliteit worden beschadigd door corro-
sie en ketelsteen.
B Zorg ervoor, dat de cv-installatie ontlucht
is.
B CV-installatie op lekdichtheid controleren
en het expansievat op goede werking con-
troleren.
B Specificaties betreffende de waterkwali-
teit respecteren (zie logboek).
B Bij vaak voorkomend waterverlies oorzaak
bepalen en direct oplossen.
OPMERKING: Schade aan de installatie
door temperatuurspanningen!
B CV-installatie alleen in koude toestand vul-
len (de aanvoertemperatuur mag maximaal
40 °C zijn).
B CV-installatie tijdens bedrijf uitsluitend via
de vulkraan in het leidingsysteem (retour)
van de cv-installatie vullen.
Bij gesloten installaties moet de manometerwijzer [3] bin-
nen de groene markering [2] staan. De rode wijzer [1] van
de manometer moet op de voor de cv-installatie noodza-
kelijke druk ingesteld zijn.
B Controleer de waterdruk van de cv-installatie.
B Wanneer de manometerwijzer [3] niet meer tussen de
twee rode markeringen staat: water bijvullen.
B Bijvulwater via de vulkraan in het leidingsysteem van de
cv-installatie vullen.
B Ontlucht de cv-installatie.
B De waterdruk opnieuw controleren.
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Inspectie en onderhoud
1
Afb. 2
Manometer voor gesloten installaties
1
Rode wijzer
2
Groene markering
3
Manometerwijzer
7.3.3
Installaties met automatisch drukhoudsys-
teem
Bij installaties, waarin een automatisch drukhoudsysteem
is ingebouwd, moeten de specificaties van de leverancier
worden gerespecteerd.
Ook hier gelden de eisen aan de waterkwaliteit
(
hoofdstuk 7.3.1, pagina 10).
7
2
3
6 720 648 053-30.1T
11