1.1.1
LE gewichten
Het ledig gewicht van de unit is het gewicht
van de unit zoals deze geleverd wordt zonder
dat deze met water is gevuld. Het
bedrijfsgewicht is het gewicht van de unit
tijdens bedrijf. Indien een RDU op de unit
gemonteerd is moet het gewicht RDU bij het
gewicht van de unit opgeteld worden.
Vapanet model
Ledig kg
LE05 en LE05P
34
LE09 en LE09P
35,5
LE18 en LE18P
39
LE30 en LE30P
40
LE45 en LR45P
72,5
LE60 en LE60P
73,5
LE90 en LE90P
74,5
1.2
Montage van de stoomverdeelpijp
1.2.1
Algemeen
Stoomleidingen moeten gemonteerd worden volgens
de onderstaande aanwijzingen met een minimaal
opschot van 12%, zodat condensaat vrij terug kan
stromen naar de unit. W anneer dit niet mogelijk is, dan
moeten condensaatafscheiders aangebracht worden
volgens de voorschriften uit bijlage 1.
In een airconditioningsysteem is de positie van de
stoomleidingen ten opzichte van andere componenten
zoals
filters,
warmtewisselaars,
belangrijk. De stoomverdeelpijp mag nooit dichter bij
dergelijke componenten gemonteerd worden dan de
lengte van het vochtopnametraject. De plaatsing moet
bepaald worden door de verantwoordelijke ontwerper.
Zorg er voor dat u:
Van de systeemontwerper instructies en/of een
?
tekening krijgt voor de
stoomleidingen.
Van de systeemontwerper instructies en/of een
?
tekening
krijgt
voor
verdeelbuis ten opzichte van de boven- en de
onderzijde van het luchtkanaal (of de zijwanden
bij verticale stroming).
Controleert of er bij buisdiameter 35 mm een
?
alternatieve schuinte wordt voorgeschreven.
Bij buisdiameter 54 mm het oog aan het
?
uiteinde gebruiken voor extra ondersteuning.
1.2.2
Aansluiten van stoomslang
Zorg er voor dat u:
Gebruik maakt van Vapac stoomslang of van
?
goed geïsoleerde koperen buis.
De stoomslang zo kort mogelijk houdt (voor
?
optimaal rendement minder dan 2 m)
Vanaf de unit eerst tenminste 300 mm verticaal
?
omhoog gaat.
Van
het
volle
beschikbare
?
gebruik maakt voor maximaal te bereiken
opschot of afschot van de slang (tenminste 12-
20%), zodat condensaat vrij terug kan stromen
naar de cilinder (of bij afschot naar een
condensaatafscheider). Zorg altijd voor een
gelijkmatig verlopend op- of afschot.
Zakken
voorkomt
?
ondersteuning.
a)
beugel de pijp elke 30-50 cm of
b)ondersteun rechte buis met een kabelgoot of
in temperatuurbestendige kunststof buis.
Raadpleeg bijlage 1 voor nadere instructies voor de montage van stoomleidingen en verdeelpijpen.
Raadpleeg bijlage 2 voor nadere instructies voor de montage van Multipipe-systemen
8
Bedrijf
RDU kg
kg
48
6
50,0
10
65,5
12
66,5
14
125,5
16
126,5
NA
127,5
NA
enz.
uitermate
montage
van
de
de
positie
van
de
hoogteverschil
door
een
goede
Bochten in stoomslang volledig ondersteundt
?
zodat er tijdens bedrijf geen knikvorming op
kan treden.
Lange buizen (2-5 m) en buizen die bloot
?
staan aan lage omgevingstemperaturen
extra isoleert. Dit voorkomt
condensaatvorming en vermindering van het
rendement.
Vermijd:
Knikken en zakken in de stoomleidingen
?
Horizontale stukken en knieën in
?
stoomleidingen (eventueel bochten
gebruiken)
Vereisten voor stoomverdeelpijpen
Elektrodeboiler
LE05(P)
luchtbevochtiger
LE09(P)
type
LE18(P)
Aantal bij
Buis Ø 35mm
Buis Ø 54 mm
*Druk in
luchtkanaal Pa.
Geen zakken!
Stoomslang.
R min bij buisdiameter 35 = 250mm
R min bij buisdiameter 54 = 500mm
VAPAC
BEVOCHTIGER
Geïsoleerde
koperen of
roestvrijstalen
stoomleiding
diam. 35 of 54
mm
Fig 6
Buisdiameter 35 mm
Kanaalbreedte
Insteekengte
B mm
L mm
320-470
300
470-620
450
620-770
600
770-920
750
920-1070
900
1070-1200
1050
LE30(P)
LE60(P)
LE45(P)
LE90(P)
1
-
-
-
1
2
+2.000
+2.000
-600
-600
Stoomslang.
Flexibele buisaansluiting tussen
stoomleiding en luchtkanaal.
Flexibele verbinding van voldoende
lengte om expansie en verplaatsing
op te kunnen vangen. Het
koppelstuk met slangklemmen aan
beide zijden.
Buisdiameter 54 mm
Kanaalbreedte
Insteeklengte
B mm
L mm
(kg)
700-950
650 (1,8)
950-1450
900 (2,2)
1450+
1400 (3,2)