De unit moet aangesloten worden volgens de lokale wettelijke voorschriften en normen. Dit dient uitgevoerd
te worden door een bevoegde elektrotechnisch installateur.
Zorg aan de voorzijde van het apparaat voor een vrije ruimte van tenminste 1 m.
Zorg er voor dat het apparaat niet opgesteld wordt in een ruimte waar de omgevingstemperatuur hoger kan
worden dan 35°C of lager kan worden dan 5°C zoals bijv. bij een ongeventileerde omkasting op het dak –
raadpleeg de minimale vereisten voor montage op pagina 7.
Monteer het apparaat niet zodanig, dat er voor service en onderhoud een ladder noodzakelijk is. Dit maakt
onderhoud en service en het eventueel vervangen van de cilinder extra onveilig.
Zorg er voor dat stoomleidingen voldoende schuin lopen (min 12%) om condensaat af te kunnen voeren en
monteer condensaatafscheiders, wanneer condensaat niet kan teruglopen naar het apparaat.
Zorg bij flexibele stoomleidingen voor goede ondersteuning, zodat er zich geen zakken kunnen vormen die
gevuld met water zorgen voor een waterslot.
Monteer het apparaat niet direct boven de open beluchte afvoer om condensvorming aan de onderzijde van
het apparaat te voorkomen.
Bij montage van het apparaat op een verdieping of een plaats, waarbij als gevolg van een storing
en/of waterlekkage schade kan ontstaan;
Altijd een adequate beveiliging (waterstop, enz.) toepassen !
Belangrijke elektrische montagevoorschriften
Controleer voordat de unit in bedrijf gesteld wordt altijd eerst of alle elektrische aansluitingen stevig
vastgedraaid zijn, ook bij aansluitklemmen en de hoofdschakelaars.
Controleer of de primaire spoel van de transformator correct is aangesloten voor de betreffende netspanning
op de Vapac klemmen A1 & A2.
Gebruik voor aansluiting van regelsignaal en vrijgave altijd aparte- en afgeschermde kabels (afscherming in
Vapac unit aan aarde verbinden)
De Vapac transformator mag niet gebruikt worden voor de voeding van andere apparatuur.
Raadpleeg de aanbevelingen van pagina 10 om te voldoen aan de EMC aspecten.
Sluit een maximaalhygrostaat aan, die is ingesteld op een maximaal toegestane waarde en het apparaat
uitschakelt, zodra de vochtigheidsgraad de ingestelde limiet overschrijdt. Ook andere vrijgavecontacten
kunnen in dit circuit opgenomen worden (pagina 17).
Het is belangrijk dat een aangesloten regelsignaal tussen de klemmen 5 & 6, op de regelprint refereert aan
aarde – hiervoor sluit u klem 5 of 6 aan op klem 7, afhankelijk van welke van deze twee refereert aan aarde.
NB wanneer het regelsignaal ook bij de regelaar verbonden is met aarde dan is het belangrijk dat
bij de Vapac unit hetzelfde `been` op aarde wordt aangesloten. Wordt het verkeerde `been`
aangesloten op aarde dan veroorzaakt dit schade aan de regelaar en/of de Vapac regelprint.
Onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend uitgevoerd worden door een ervaren elektrotechnische
monteur.
De bevochtiger bevat heet water en dit moet afgetapt worden, voordat er aan het stoomgedeelte
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd mogen worden. Dit dient uitgevoerd te worden, voordat de
elektrische voeding uitgeschakeld wordt en voordat het voorpaneel verwijderd wordt.
DE PRINTPLAAT IS VOORZIEN VAN ESD GEVOELIGE COMPONENTEN. ZORG ER VOOR DAT U
ANTISTATISCHE VOORZORGSMAATREGELEN TREFT, VOORDAT U EEN PRINTPLAAT
VERWIJDERT OF VERVANGT.
Belangrijke montagevoorschriften
Belangrijke onderhoudsvoorschriften
3