1.4.3
Elektrische aansluitingen
De bedrading die wordt aangesloten op de Vapac mag
uitsluitend
aangelegd
elektrotechnische
monteur.
overbelastingsbeveiliging en de bedrading moeten voldoen
aan de geldende regels en voorschriften.
Belangrijk: Zorg er voor dat de aansluiting van de primaire
wikkeling van de transformator overeen komt met de
spanning van de netvoeding die wordt aangesloten tussen de
klemmen A1 en A2. Indien de werkelijke (gemeten) spanning
gelijk is aan 400V, sluit de trafo dan aan op de klemmen voor
380 V.
Er dient een hoofdschakelaar of veiligheidsschakelaar met
zekering gemonteerd te worden, waarmee de voeding naar
alle elektrodes tegelijkertijd uitgeschakeld kan worden.
Deze moet geschikt zijn voor de maximale stroomsterkte van
de gehele unit en moet direct naast de Vapac op een goed
bereikbare plaats gemonteerd worden.
In Vapac VAPANET units zijn de klemmen A1, A2 en A3
bestemd voor de aansluiting van de netvoeding volgens het
onderstaande overzicht. (units met twee cilinders hebben
twee voedingaansluitingen A1,A2,A3 & B1,B2, B3).
Units met twee cilinders zijn uitgerust met twee aparte
voedingaansluitingen. Hierdoor kunnen de beide cilinders elk
individueel voorzien worden van hun
beveiliging.
De
beveiligingsschakelaars moeten wel onderling met elkaar
gekoppeld zijn om ervoor te zorgen dat beide voedingen
tegelijkertijd uitgeschakeld worden.
Opmerkingen:-
1.
De aardklem op de klemstrook van de unit dient aangesloten te zijn op een PE aardaansluiting.
2.
Bij de units met NA in de volgende tabellen (NA = NOT AVAILABLE/Niet beschikbaar) is het niet mogelijk de
units aan te sluiten op de betreffende spanning en aansluitwijze. Controleer of het juiste type besteld en
geleverd is, voor het juiste Voltage en voor de gewenste stoomopbrengst.
3.
De standaarduitvoering is geschikt voor 50 Hz netspanning, maar kan ook geleverd worden voor 60Hz. Dit moet
vermeld worden bij de bestelling, omdat de standaard drainpomp alleen geschikt is voor 50 Hz. .
Om volledig te kunnen voldoen aan EMC-richtlijnen is bij alle proportionele units (LE...P) een nulaansluiting nodig als
aangegeven in de aansluitschema's op de volgende pagina's.
Aansluiting van de RDU Ruimtedampverspreider
De drie verschillende types RDU zijn geschikt voor diverse aansluitspanningen waarop de Vapanet unit aangesloten kan worden. Raadpleeg
voor het betreffende type op de volgende drie pagina's het bijbehorende Microvap aansluitschema. Bij units met twee cilinders is de RDU
uitgerust met twee ventilatorcircuits als onder aangegeven, elk bestemd voor een van de twee cilinders.
RDU elektrische belasting
Model
Aantal ventilatoren
Ventilatorspanning
Opgenomen stroomsterkte per ventilator
50Hz
(60 Hz)
Totale opgenomen stroomsterkte RDU
50Hz
(60 Hz)
worden
door
een
bevoegde
De
eigen
hoofdschakelaars
of
RDU05LE
2
230 V
115 mA
(105 mA)
225 mA
(210 mA)
12
1.4.4
Kabelinvoer
Zorg er voor dat u kabelwartels gebruikt die de kabels bij de
doorvoer stevig op zijn plaats houden. Alle Vapac kasten zijn
externe
voorzien van een demontabele wartelplaat. De installateur
kan deze meenemen naar een werkbank om daar de
benodigde gaten op maat aan te brengen.
1.4.5
Vapac stuurstroomtrafo
De interne besturing van de Vapac unit werkt op 24V AC. De
secundaire wikkeling is ingesteld op 24V.
In de standaard uitvoering is Vapac VAPANET uitgerust met
een trafo met een primaire wikkeling die geschikt is voor 220,
230, 380, 415 en 440V. Tijdens de installatie moet deze ter
plaatse nog ingesteld worden voor de spanning die wordt
aangesloten tussen de Vapac aansluitklemmen A1 en A2. De
transformator levert ook een secundaire spanning van 9V.
Deze
wordt
besturingsprintplaat (1150630).
Belangrijk: De Vapac transformator mag NOOIT gebruikt
worden voor voeding van andere apparatuur. Daardoor zal
de garantie en aansprakelijkheid vervallen.
1.4.6
Aansluiting van de RDU
Vapac klemmen 25 & 26 geven een spanning van 230V AC
en daar kunnen de ventilatormotoren van de RDU
(ruimtedampverspreider) op aangesloten worden.
Opmerking: de klemspanning van 230V AC wordt afgetakt
externe
van de binnenkomende netvoeding waarop de Vapac is
de
aangesloten. Wanneer ter plaatse geen 230 V AC
beschikbaar is (maar bijvoorbeeld 400V zonder nul) dan moet
er in de RDU een transformator gemonteerd worden volgens
de onderstaande voorschriften.
RDU09LE
3
230 V
115 mA
115 mA
(105 mA)
345 mA
345 mA
(315 mA)
gebruikt
voor
de
RDU18LE
RDU30L
3
5
230 V
230 V
115mA
(105 mA)
(105mA)
575mA
(315 mA)
(525mA)
voeding
van
de
RDU45LE
7
230 V
115 mA
(105 mA)
805 mA
(735 mA)