Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Starten En Bedienen; Controleer; Opstartvoorschriften; Inbedrijfstelling/Opstarten - Vapac LE Series Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

2.0

Starten en bedienen

2.0.1

Controleer:

a)
Aansluitingen voor toevoer en afvoer van
water: deze moeten aangesloten zijn volgens de
instructies onder 'W aterzijdige aansluitingen' en
geheel voldoen aan de lokale voorschriften. In de
directe nabijheid van de unit moet een stopkraan
gemonteerd zijn. Het metalen leidingwerk moet
vlakbij de unit geaard zijn.
b)
Stoomverdeelpijp: deze moet geheel conform de
montagevoorschriften
genoeg en met voldoende ondersteuning.
Elektrische aansluiting: De aansluiting van de
c)
Vapanet
moet
in
geldende voorschriften uitgevoerd zijn door een
bevoegde elektrotechnicus. De kabelgrootte, de
kabelwartels en de hoofdschakelaar/zekeringen
moeten
geschikt
netspanning
en
zekeringwaarde van de unit. Een werkschakelaar
moet altijd vlak bij de unit gemonteerd zijn op een
goed bereikbare plaats.
Besturingsaansluitingen:
signaalkabels voor de besturing en de beveiliging
goed aangesloten zijn volgens de betreffende
voorschriften en aansluitschema's.
d)
VAPANET 24V /
standaard
in
stuurstroomtrafo heeft een primaire wikkeling die
geschikt is voor
220/240, 380, 415 en 440V bij 50/60Hz. De
aansluiting wordt gemaakt, afhankelijk van de
netaansluiting ter plaatse.
Opmerking: Bij aansluiting op 60Hz moet dit bij de
bestelling opgegeven worden, omdat de pomp dan
geschikt moet zijn voor 230V 60Hz.
e)
De maximale capaciteit en het bijbehorende
vermogensverbruik van de unit is ingesteld met
een Configuratie Plug (CSP of UCP). Daarom is
het mogelijk de maximale stoomproductie van een
unit te begrenzen op elke gewenste waarde
tussen ca 50 en 100% van de volle opbrengst.
f)
Configuratie Set Plug (CSP of UCP). Hiermee
wordt de maximale opgenomen stroomsterkte van
de
unit
ingesteld.
besturingsprintplaat aangebracht. W anneer er een
display is aangesloten, dan is dit de enige op de
printplaat aangebrachte weerstand. Is er echter
geen display gemonteerd dan moeten er extra
weerstanden
aangebracht
microprocessor
te
informatie met betrekking tot het regelsignaal.
Voor het gemak werden deze aangebracht op een
aparte kleine printplaat die is aangesloten op CR4
van de besturingsprintplaat. De keuze wordt
ingesteld
door
(jumpers), zie 'keuze van het regelsignaal'. Bij
onvoldoende beschikbare informatie blijft de unit in
de stand 'niet ingesteld' staan. (zie het LED-
overzicht hoofdstuk 3.0) totdat de informatie is
ingevoerd.
De
ingevoerd worden met de keuzetoetsen – wanneer
een display is aangesloten.
2.0.2

Opstartvoorschriften

Controleer eerst:
a)
of de transformator goed is aangesloten voor
de betreffende netspanning.
b)
of
alle
schakelaars
beveiligingscircuit gesloten zijn zodat de unit
in bedrijf gesteld kan worden.
Sluit de deur(en) van de unit(s).
Draai de afsluiter in de watertoevoer open.
Zet de hoofdschakelaar in.
Schakel de AAN/UIT schakelaar in.
aangesloten zijn, schuin
overeenstemming
met
zijn
voor
de
betreffende
de
bijbehorende
maximale
Controleer
of
9V stuurstroomtrafo:
de
units
gemonteerde
een
netspanning
van 200,
Hij
is
direct
op
worden
om
voorzien
van
de
juiste
overbruggende
verbindingen
aanvullende
informatie
kan
binnen
het
19
Het display (indien gemonteerd) toont nu de Set-Up
procedure.
Volg de procedure door:
-
de gewenste taal te selecteren,
-
de besturing te koppelen aan het display.
-
het regelsignaal te selecteren (of de Vapac sensor
indien van toepassing), enz.
Nadat het regelsignaal is ingesteld wordt de ingestelde Set-
Up opgeslagen in het geheugen. Daarna kan de Set-Up via
het informatiemenu gecontroleerd worden. Is er tijdens het
invoeren een vergissing gemaakt, dan moet u weer terug
naar het Set-Up menu. Is er geen display gemonteerd dan
wordt de informatie ingesteld met behulp van de jumpers op
de kleine printplaat 1150634, die wordt aangesloten op CR4
de
van de besturingprintplaat.
2.0.3

Inbedrijfstelling/opstarten

Na de Set-Up procedure is de unit bedrijfsklaar voor
besturing door het regelsignaal.
Bij het opstarten met een lege cilinder schakelt het
VAPANET programma de watertoevoer in, totdat het water
de elektrodes bereikt en de stroom begint te vloeien.
Daarna meet het VAPANET
de
geleidbaarheid
van
voortdurend meer of minder water toe te voeren of af te
voeren.
Als er geen aanvraag is voor de LE unit, zal de rechter LED
De
(LED Gebruiker 2) knipperen (met een rode kleur) en zal de
linker LED (LED Gebruiker 1) uit zijn. Als het aangevraagde
niveau groter wordt dan het minimale niveau dat vereist is
om de unit online te plaatsen, zal de "LED Gebruiker 1" met
een groene/oranje kleur knipperen (met een snelheid
afhankelijk van het signaal van de aanvraag en de
afgenomen stroom op dat ogenblik). De werkelijke
bedrijfsstroom van elke cilinder wordt gecontroleerd en
zolang deze stroom kleiner is dan 95% voor twee
opeenvolgende voedingssessies, zal de LED met een
groene/oranje kleur blijven knipperen. Zodra de unit deze
"opstartmodus" verlaten heeft en normaal werkt, zal de LED
met een rode kleur knipperen.
Bij een unit met twee cilinders zal de tweede cilinder op
dezelfde manier starten, maar alleen als het aangevraagde
niveau voor de unit groter is dan 50%.
2.0.4
Eigenschappen
elektrodeboiler stoomluchtbevochtiger
de
Het
VAPANET
besturingssysteem
aanpassen aan de kwaliteit van het water in de cilinder,
maar ook aan een eventueel gewijzigde conditie van de
elektrodes. De unit blijft dan in bedrijf, onder ongunstige
bedrijfsomstandigheden eventueel met een verminderde
de
capaciteit.
Opschuimbeveiliging
De VAPANET besturing voorkomt dat er schuimvorming op
zal treden en kan bij het ontstaan ervan extra water
afvoeren met de drainpomp. Op deze manier kan de unit
toch in bedrijf blijven.
Automatische uitschakeling
De regeling van de VAPANET stopt de werking onder de
volgende extreme storingscondities:
Drainfout STOP (er is geen of onvoldoende drainfunctie)
Vulfout STOP (er komt geen of onvoldoende water in de
cilinder).
In alle gevallen geeft het display een STOP melding met
een HELP bericht. De LED's op het voorpaneel geven de
melding aan volgens de tabel in hoofdstuk 3.0. Voor
signalering
op afstand is er ook
storingsmelding beschikbaar. De STOP conditie van de
VAPANET
besturing
bevestiging van de melding met de resetknop op het
voorpaneel, of wanneer het display is aangesloten tevens
met behulp van de keuzetoetsen, en vervolgens de unit uit
en daarna weer in te schakelen. DEZE ACTIE MAG
UITSLUITEND
UITGEVOERD
OORZAAK VAN HET PROBLEEM IS OPGELOST!
systeem
permanent
het
water
en
regelt
deze
van
de
VAPANET
zal
de
een contact voor
kan
opgeheven
worden
WORDEN
NADAT
de
door
werking
door
DE

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave