2.1
Service en Onderhoud
De hardheid van het water, de belasting en de bedrijfsuren
zullen bepalend zijn voor de levensduur van een stoomcilinder.
Bij units die staan opgesteld in een gebied met van nature zacht
water hebben de cilinders de langste levensduur, mogelijk zelfs
tot 12 kalendermaanden. Is het water harder dan moet de
cilinder regelmatig vervangen worden, gemiddeld ca. 2 tot 3
maal per jaar. De vervuiling en slijtage van de stoomcilinders
valt buiten de Vapac garantie.
2.1.1
Vervanging van de stoomcilinder.
Laat de spanning naar de unit ingeschakeld en "drain" de
1.
unit handmatig leeg door de knop Run/Off/Drain in de
onderste Drain-stand ingedrukt te houden.
Schakel de elektrische voeding naar de Vapac uit met de
2.
werkschakelaar en 'zorg er voor dat de unit nooit per
ongeluk weer in bedrijf kan gaan.
Draai het frontpaneel open, zodat u toegang krijgt tot de
3.
stoomcilinder.
Trek voorzichtig de elektrodedoppen (2 & 3) recht omhoog
4.
los. Bij vervanging van de cilinder moet u erop letten dat
de elektroden tijdens het lostrekken van de zwarte
vermogenskappen niet verdraaien. Omdat de elektrodes
kunnen verdraaien in de cilinderopeningen (wanneer de
cilinder warm is) kan dit leiden tot een ongelijkmatige
verdeling van de elektrische belasting.
Maak de slangklem (1) los en trek de stoomslang (4) aan
5.
de bovenkant van de cilinder los.
Verdraai de cilinder een beetje en til hem los uit het
6.
spruitstuk en daarna uit de unit naar buiten.
Controleer het spruitstuk op eventuele aanslag en let erop
7.
of de vastzetring niet aan de cilinder blijft zitten.
De drainpomp kan gespoeld of zelfs verwijderd worden
8.
voor inspectie en reiniging volgens de verderop vermelde
instructies.
Vervolgens kan de nieuwe cilinder gemonteerd worden
9.
door hem stevig naar onderen in de O-ring op zijn plaats te
duwen.
Sluit de stoomslang weer aan.
10.
Breng de elektrodedoppen weer aan – Zorg er voor dat ze
11.
weer in dezelfde volgorde worden aangebracht als
waarin ze zijn los gemaakt. Wijst de volstift (Full Pin) van
de cilinder naar de voorzijde van de unit, dan bevindt
elektrode 1 zich links van deze witte dop. De elektrodes 2
en 3 worden dan van bovenaf gezien in de richting van de
klok (vanaf nummer 1) aangesloten.
De aansluitingen op de cilinder moeten weer zo veel
12.
mogelijk in de oorspronkelijke stand gemonteerd worden.
2.1.2
Opstelling van cilinder/elektroden
Raadpleeg de technische omschrijving voor de bij u
gemonteerde cilindergrootte
1
Full Pin
wit
Grootte 1/2 (2 elektroden)
Å
2
€
Grootte 3 (3 elektroden)
20
Identificatie van de componenten
‚
Å
€
‚
ƒ„......†‡ˆ‰
wit
Fig 1
Grootte 4 (6 elektroden)
ç
Œ
Ž
ƒ„......‹‡ˆ‰
wit
Å
€
ƒ„......Š‡ˆ‰
wit
Grootte 4 (3 elektroden)
‚