7) Om de datalogging functie te activeren, raadpleeg het hoofdstuk "Datalogging".
Opmerking:
1. U kunt maximaal 5 cijfers invoeren.
2. Wanneer u een waarde voor de stroom invoert (inclusief decimaalteken) en daarna op
ENTER drukt, dan zal de PCE-789 deze stroomwaarde uitgeven.
3. Wanneer de uitgangswaarde lager dan 0 is, voert u eerst een minteken in.
4. Wanneer de uitgangswaarde lager dan 1 en hoger dan 0 is, voert u eerst een "0." in.
Waarschuwing:
1. Pas geen hoge voltage toe en sluit geen geladen circuit aan op de ingangsaansluitingen
(terminals) om schade aan de PCE-789 te voorkomen.
2. In geval van een kortsluiting of overbelasting in de uitgangsaansluitingen, kan de PCE-789 niet
de juiste spanning afgeven. Verwijder aangesloten kabels en controleer of er een OUTPUT
ERROR symbool wordt weergegeven.
3. Voer één functie per keer uit en maak alleen verbinding met de specifieke terminals. Verwijder
alle andere aansluitingen naar de ongebruikte terminals. Verbind de kabel altijd maar met één
aansluiting (SOURCE, MEASURE, of TC).
2b. Instelling
(1) Druk op
(2) mA 0%: stelt de "start" stroom in voor het scannen (zie het
hoofdstuk SCANNEN).
(3) mA 100%: stelt de "eind" stroom in voor het scannen (zie het hoofdstuk
SCANNEN).
(4) 4mA ->: stelt de voor 4mA toegewezen eenheid vast.
(5) 20mA->: stelt de voor 20mA toegewezen eenheid vast.
GEBRUIKSAANWIJZING Kalibrator
om bij de SETUP functie te komen.
PCE-789
11