4.5
Levering
De levering is beschreven op de leverbon en de inhoud wordt op de verpakking
aangegeven.
Basisuitrusting voor het bijvullen:
Het voorgemonteerde apparaat
Bedieningshandleiding.
4.6
Optionele uitrusting
De volgende optionele extra uitrusting en extra functies zijn beschikbaar voor
het apparaat:
•
Fillset of Fillset Compact als voor-/nageschakelde modules van
drinkwatersystemen.
•
Ontharden met Reflex Fillsoft.
•
Uitbreidingen voor Reflex Basic-besturingen:
–
I/O-modules
–
Bus-modules:
•
Profibus DP
•
Ethernet
Opmerking!
Met de extra uitrusting worden aparte bedieningshandleidingen
geleverd.
5
Technische gegevens
Toegestane omgevingstemperatuur
Beschermingsklasse
Geluidsniveau
Elektrisch vermogen
Elektrische aansluiting
Afzekering
Aantal interfaces RS-485
Gewicht (RVS)
Hoogte
Breedte
Diepte
Aansluiting inlaat
Aansluiting uitlaat
Bijvulvermogen
Max. inlaatdruk
Max. transportdruk
Toegestane bedrijfsoverdruk
Toegestane bedrijfstemperatuur
I/O-module
6
Montage
GEVAAR
Levensbedreigend letsel door elektrische schokken.
Indien stroomvoerende delen worden aangeraakt, bestaat het gevaar van
levensbedreigend letsel.
•
Zorg dat de installatie, waarin het apparaat zal worden gemonteerd,
spanningsvrij is.
•
Zorg dat de installatie niet door andere personen weer kan worden
ingeschakeld.
•
Laat alle montagewerkzaamheden aan de elektrische aansluiting van
het apparaat alleen uitvoeren door een erkend elektromonteur en
volgens de elektrotechnische voorschriften.
> 0 – 45 °C
IP 54
55 dB
350 W
230 V / 50 Hz
4 A
2
1,7 kg (2,5 kg)
340 mm
320 mm
190 mm
G ¾"
G ½"
≤ 1400 l/uur
10 bar
≤ 8,5 bar
10 bar
60 °C
optioneel
Fillcontrol Plus — 19.10.2020 - Rev. C
VOORZICHTIG
Kans op letsel door uitstromende vloeistof die onder druk staat
Bij foutieve montage, demontage of ondeskundig onderhoud kunnen
brandwonden en andere verwondingen worden veroorzaakt aan de
aansluitingen, wanneer uit onder druk staande plotseling heet water of hete
stoom uitstroomt.
•
Zorg voor een veilige een deskundige montage, demontage en
onderhoud.
•
Zorg dat de installatie niet onder druk staat voordat u werkzaamheden
i.v.m. montage, demontage en onderhoud uitvoert aan de
aansluitingen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verbranding door hete oppervlakten
In verwarmingsinstallaties kunnen brandwonden worden veroorzaakt als
gevolg van hoge oppervlaktetemperaturen.
•
Draag veiligheidshandschoenen.
•
Plaats desbetreffende waarschuwingsborden in de buurt van het
apparaat.
VOORZICHTIG
Kans op letsel door vallen of stoten
Kneuzingen door vallen of stoten aan onderdelen van de installatie tijdens
de montage.
•
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen (helm, beschermende
kleding, handschoenen, veiligheidsschoenen).
Opmerking!
Bevestig het juiste uitvoeren van montage en inbedrijfstelling in het
certificaat voor montage en inbedrijfstelling. Dit is de voorwaarde voor
garantieclaims.
–
Laat de eerste inbedrijfstelling en het jaarlijkse onderhoud
uitvoeren door de Reflex serviceafdeling.
6.1
Voorwaarden voor de montage
6.1.1
Controle van de leveringsomvang
Voor de aflevering wordt het apparaat zorgvuldig gecontroleerd en verpakt.
Beschadigingen tijdens het vervoer kunnen echter niet worden uitgesloten.
Ga als volgt te werk:
1.
Controleer de afgeleverde componenten direct bij ontvangst.
•
Is de levering volledig?
•
Is er een transportschade opgetreden?
2.
Documenteer de beschadigingen.
3.
Neem contact op met de vervoerder om de schade te melden.
6.2
Voorbereidingen
Voorbereidingen voor de montage van het apparaat:
•
Vorstvrije, goed geventileerde ruimte.
–
Kamertemperatuur 0 °C tot 45 °C.
•
Bijvuloptie.
–
Stel zo nodig een vulaansluiting DN 15 volgens DIN 1988 T 4 ter
beschikking.
•
Elektrische aansluiting: 230 V~, 50 Hz, 16 A met voorgeschakelde
aardlekschakelaar: Aanspreekstroom 0,03 A.
6.3
Uitvoering
OPGELET
Schade door ondeskundige montage
Door aansluitingen van buisleidingen of door apparaten van de installatie
kunnen extra belastingen van het apparaat ontstaan.
•
Zorg dat de buisaansluitingen tussen apparaat en installatie
gemonteerd zijn zonder spanningen en trillingen.
•
Ondersteun zo nodig de buisleidingen of apparaten.
Opmerking!
Er ontstaan trillingen door het starten van de pomp in het apparaat.
Deze overdragen luidruchtige geluiden in de leidingen van de installatie.
–
Sluit de buisleidingen aan op de aansluitpunten van het apparaat.
Technische gegevens
Nederlands — 5