Besturingseenheid
8.1.3
Stopmodus
Gebruik:
Voor de inbedrijfstelling van het apparaat
Start:
Druk op de besturingseenheid op de knop "Stop". De LED "Auto" op het
bedieningspaneel dooft.
Functies:
In de stopmodus is het apparaat buiten werking gesteld (behalve de
weergavefunctie). Er vindt geen functionele bewaking plaats.
•
De pomp "PU" is uitgeschakeld.
Opmerking!
Als de stopmodus voor meer dan 4 uur is geactiveerd, wordt een
melding gegenereerd.
Als in het gebruikersmenu het item "Potentiaalvrij storingscontact?" op
"Ja" gezet is, wordt de melding via het verzamelstoringscontact
uitgegeven.
8.1.4
Zomerbediening
Gebruik:
Het bijvullen van vers water moet ook worden gewaarborgd als de verwarmings-
en koelsystemen niet werken. Schakel het apparaat niet uit te wanneer het
drukbehoud van de verwarmings- en koelsystemen in werking gesteld is.
9
Besturingseenheid
9.1
Bediening van het bedieningspaneel
1
Error-LED
•
De Error-LED brandt gedurende een storingsmelding
2
Display
3
Auto-LED
•
De Auto-LED brandt groen gedurende de automatische
bedrijfsmodus
•
De Auto-LED knippert groen gedurende de handmatige
bedrijfsmodus
•
Die Auto-LED dooft in de stopmodus
4
OK
•
Acties bevestigen
5
Stop
•
Voor de inbedrijfstelling en voor het opnieuw invoeren van
waarden via de besturing
6
Wissel naar het menu "terug"
7
Manual
•
Voor tests en onderhoudswerkzaamheden
8
Auto
•
Voor continu gebruik
9
Wissel naar het menu "voor"
10
Menu
•
Gebruikersmenu openen
11
Quit
•
Meldingen bevestigen
10 — Nederlands
Parameters selecteren en wijzigen
1.
Selecteer de parameter met de knop "OK" (5).
2.
Wijzig de parameter met de wisselknoppen "▼" (7) of "▲" (9).
3.
Bevestig de parameter met de knop "OK" (5).
4.
Wijzig het menu-item met de wisselknoppen "▼" (7) of "▲" (9).
5.
Wissel het menuniveau met de knop "Quit" (11).
9.2
Instellingen in de besturing tot stand brengen
M.b.v. het gebruikersmenu kunnen installatiespecifieke waarden opnieuw
worden gecorrigeerd of opgevraagd. Tijdens de eerste inbedrijfstelling moeten
eerst de fabrieksinstellingen worden aangepast aan de specifieke voorwaarden
van de installatie.
Opmerking!
De beschrijving van de bediening, zie hoofdstuk 9.1 "Bediening van het
bedieningspaneel" op pagina 10.
Bewerk tijdens de eerste inbedrijfstelling alle menu-items die grijs gemarkeerd
zijn.
Druk op de knop "Manual" om naar de handmatige modus te wisselen.
Druk op de knop "Menu" om naar het eerste hoofdmenu-item "Gebruikersmenu"
te wisselen.
Voor het navigeren en instellen van de waarden:
•
M.b.v. de pijlknoppen "▼▲" navigeert u in het geselecteerde hoofdmenu
en stelt u de waarden in.
•
Met de "OK"-knop wisselt u naar het volgende submenu.
•
Met de "OK"-knop bevestigt u de gewijzigde instelling in het submenu.
Weergave op het
display
Gebruikersmenu
Taal
Tijd:
Datum:
Fillcontrol /
Magcontrol
Min. werkdruk
01.8 bar
Veil.klep druk
Bijvulling
Max. bijvulduur
010 min.
Max. bijvulcycl.
003 / 2 h
Fillcontrol Plus — 19.10.2020 - Rev. C
Uitleg
Wissel naar het volgende hoofdmenu-item.
Standaardsoftware met verschillende talen.
Wijzig achtereenvolgens de knipperende instelling
voor "uur", "minuut" en "seconde".
De tijd wordt gebruikt voor het foutgeheugen.
Wijzig achtereenvolgens de knipperende instelling
voor "dag", "maand" en "jaar".
De datum wordt gebruikt voor het foutgeheugen.
Selecteer de bijvulvariant "Levelcontrol" of
"Magcontrol".
De melding "Minimale werkdruk" wordt weergegeven
op het display wanneer de bijvulvariant "Magcontrol"
ingesteld is. Voer de waarde voor de minimale
werkdruk in.
Opmerking!
De berekening van de minimale werkdruk, zie
hoofdstuk 7.2 "Minimale werkdruk P
besturing bepalen" op pagina 8.
De melding "veiligheidsklepdruk" wordt weergegeven
op het display wanneer de bijvulvariant "Magcontrol"
ingesteld is. Voer hier de aanspreekdruk van de
relevante veiligheidsklep in voor de bescherming van
het apparaat. Dit is meestal de veiligheidsklep op de
boiler van de installatie.
Wissel naar het submenu "Bijvulling".
•
Met de "OK"-knop opent u het menu.
•
Met de wisselknoppen "▼▲" wisselt u naar het
submenu.
Vooraf ingestelde duur van een bijvulcyclus. Na afloop
van deze ingestelde tijd wordt de bijvulling gestopt en
wordt de foutmelding "Bijvulduur" geactiveerd.
Als het ingestelde aantal bijvulcycli binnen twee uur
wordt overschreden, wordt de bijvulling gestopt en
wordt de foutmelding "Bijvulcycli" geactiveerd.
voor
0