Computerhandleiding
Proteus CBM-2030
RECOVERY
Door op de RECOVERY knop te drukken activeert u het
RECOVERY programma. Met behulp van dit programma kunt u
uw conditie meten.
QUICK INCLINE
Met behulp van de INCLINE sneltoetsen kunt u met
1 druk op de knop de helling in 1 keer naar niveau
2, 4, 6, 8, 10 of 12 brengen.
QUICK SPEED
Met behulp van de SPEED sneltoetsen kunt u de
snelheid met 1 druk op de knop direct verhogen of
verlagen naar 1, 4, 7, 10, 13, of 16 km/uur.
Quick Start
De snelste en makkelijkste manier om te beginnen met trainen op de loopband is door in
het standaardmenu direct op de START/STOP knop te drukken. Dit zal ervoor zorgen dat
de loopband binnen 3 seconden begint te lopen in het MANUAL programma. In dit
programma wordt de snelheid/helling niet automatisch verhoogd en verlaagd; deze kunt
u handmatig aanpassen. Om de loopband te stoppen kunt u nogmaals op de
START/STOP knop drukken. Let wel op dat u de hoofdschakelaar op ' ON' heeft staan en
dat de veiligheidssleutel bevestigd is op het computerpaneel.
Het aanpassen van de snelheid
U kunt tijdens het trainen de snelheid aanpassen met behulp van de SPEED UP/DOWN
knoppen. Per keer zal de snelheid met 0,5km/u worden verhoogd of verlaagd. Om de
snelheid sneller te verhogen/verlagen kunt u de SPEED UP/DOWN knoppen ingedrukt
houden. Tijdens het trainen kunt u ook op de QUICK SPEED knoppen drukken, de
snelheid zal dan direct worden verhoogd/verlaagd naar 1, 4, 7, 10, 13, of 16 km/uur. In
de SPEED en SPEED+INCLINE programma's zal de snelheid automatisch worden verhoogd en
verlaagd; echter zal u de snelheid op elk moment kunnen aanpassen.
-4-