1. Stelschroef van remstang
Aftakasriem afstellen
U moet de aftakasriem (Fig. 49) na de eerste 10
bedrijfsuren opnieuw afstellen; daarna moet u de conditie
en de spanning van de riem om de 100 bedrijfsuren
controleren. Vervang de riem om de 1500 bedrijfsuren.
1.
Draai de (2) schroeven los waarmee de
drijfriemkap is bevestigd aan de verbindingsplaat,
en de schroef waarmee het lipje is bevestigd op de
veerverankering. Verwijder de kap.
1. Drijfriemkap
2. Verbindingsplaat
2.
Draai de (3) flensmoeren en flensbouten los
waarmee de verbindingsplaat is bevestigd aan de
koppelingplaat.
3.
Steek het uiteinde van een
momentsleutel in het vierkante gat in de
koppelingsplaat. Houd de handgreep van de
momentsleutel evenwijdig aan de grond en trek de
sleutel omhoog totdat de torsie op de spanriem
244 Nm bedraagt.
1
Figuur 48
1
Figuur 49
1
⁄
-inch, 51cm lange,
2
4.
Draai de flensschroeven en flensmoeren vast.
5.
Monteer de drijfriemkap met de twee schroeven die
u eerder hebt losgedraaid.
1. Aftakasriem
2. Verbindingsplaat
3. Vierkant gat
Koppeling afstellen
De aftakaskoppeling kan worden afgesteld zodat er goed
geschakeld en geremd kan worden. Controleer de
afstelling van de koppeling na de eerste 10 bedrijfsuren
en vervolgens om de 200 bedrijfsuren.
1.
Om de koppeling af te stellen, moet u de
2
borgmoeren op de flensbouten vaster of losser
draaien.
2.
U kunt de afstelling controleren met behulp van
een voelermaat, die u door de gleuven naast de
flensbouten steekt.
1. Koppeling
2. Flensbouten
32
1
Figuur 50
Figuur 51
3
2
1
2