Smeren (Fig. 18–26)
De tractie-eenheid en de maaidekken zijn voorzien van
smeernippels die regelmatig moeten worden gesmeerd
met Nr. 2 Smeervet voor algemene doeleinden op
lithiumbasis. Als de machine in normale omstandig-
heden wordt gebruikt, moet u alle smeerpunten om de
25 bedrijfsuren smeren. Pomp vet in elke smeernippel
onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht de
voorgeschreven interval.
De volgende smeernippels moeten worden gesmeerd:
Draaipunt van hefarm (2), hefcilinder (4), draaipunten
van remarm (2) (Fig. 18); draaipunt van rem (1),
draaipunt van remmen (2) (Fig. 19); draaipunt van
tractiepedaal (1) (Fig. 20); aandrijfas motor-pomp (2)
(Fig. 21 & 22); stelschroef van tractie (1) (Fig. 23);
lager van aftakas (Fig. 24); middelste draaipunt (1)
(Fig. 25); trekstang (2), scharnierpunten van as (2),
uiteinden van cilinder (2) (Fig. 26).
1.
Veeg de smeernippels schoon voordat u gaat
smeren.
2.
Spuit vet in de nippel.
3.
Overtollig vet wegvegen.
Fig. 18
Fig. 19
21
Fig. 20
Fig. 21
Fig. 22