Gebruiksaanwijzing
1. Wanneer het standaardmenu wordt weergegeven, dient u de draaiknop naar rechts te draaien
totdat PROG wordt weergegeven. Druk zodra PROG wordt weergegeven op de draaiknop. Onder
PROG bevinden zich de voorgeprogrammeerde programma's.
2. Hierna wordt P01 weergegeven en kunt u aan de draaiknop draaien om langs de verschillende
programma's te lopen van P01-P12.
3. Zodra het gewenste programma wordt weergegeven kunt u op de draaiknop drukken om het
gewenste programma te selecteren.
4. Nadat u op de draaiknop heeft gedrukt, kunt u een weerstandsniveau instellen om op te
trainen. Stel een weerstandniveau in m.b.v. de draaiknop en druk de draaiknop in om de
ingestelde weerstandsniveau op te slaan.
5. Hierna kunt u achtereenvolgens een trainingstijd (TIME), afstand (DISTANCE), calorieën
(CALORIES) of maximale hartslag (PULSE) instellen. Stel elk gegeven in door de draaiknop
richting +/- te draaien en druk telkens op de draaiknop om de ingestelde waarden op te slaan.
6. Nadat u alle gewenste gegevens heeft ingesteld, kunt u op de START/STOP knop drukken om te
beginnen met trainen. De computer zal de weerstand automatisch verhogen en verlagen;
tijdens het trainen kunt u handmatig de weerstand aanpassen m.b.v. de draaiknop.
7. Alle vooraf ingestelde waarden zullen gaan aflopen. Wanneer u geen tijd, afstand of calorieën
vooraf instelt, zullen deze automatisch worden bijgehouden.
8. Overige gegevens zoals SPEED (snelheid), RPM (aantal omwentelingen per minuut), WATT en
PULSE (hartslag) zullen tijdens het trainen worden weergegeven.
9. Indien u een maximale hartslag heeft ingesteld, zal de computer een piepsignaal afgeven zodra
uw hartslag de vooraf ingestelde hartslag overschrijdt.
Het USER programma
Het USER programma stelt u in staat om zelf een trainingsprogramma op te stellen. U kunt de
weerstand van elk van de 20 segmenten van het programmaprofiel instellen en naderhand trainen
op het door u samengestelde parcours.
1. Wanneer het standaardmenu wordt weergegeven, dient u de draaiknop naar rechts te draaien
totdat USER wordt weergegeven. Druk zodra USER wordt weergegeven op de draaiknop
(ENTER) om het USER programma te selecteren.
2. Nadat u het USER programma geselecteerd heeft, kunt u met behulp van de draaiknop de
weerstand van het 1
links of rechts om de weerstand in te stellen en druk de draaiknop in om de ingestelde
weerstand op te slaan. Hierna zal het 2
dezelfde manier het weerstandsniveau van alle 20 segmenten in. Wanneer u het
programmaprofiel volledig heeft ingesteld, kunt u de draaiknop lang ingedrukt houden.
3. Hierna kunt u achtereenvolgens een trainingstijd (TIME), afstand (DISTANCE), calorieën
(CALORIES) of maximale hartslag (PULSE) instellen. Stel elk gegeven in door de draaiknop
richting +/- te draaien en druk telkens op de draaiknop om de ingestelde waarden op te slaan.
4. Nadat u alle gewenste gegevens heeft ingesteld, kunt u op de START/STOP knop drukken om te
beginnen met trainen. De computer zal de weerstand automatisch verhogen en verlagen;
tijdens het trainen kunt u handmatig de weerstand aanpassen m.b.v. de draaiknop.
5. Alle vooraf ingestelde waarden zullen gaan aflopen. Wanneer u geen tijd, afstand of calorieën
vooraf instelt, zullen deze automatisch worden bijgehouden.
6. Overige gegevens zoals SPEED (snelheid), RPM (aantal omwentelingen per minuut), WATT en
PULSE (hartslag) zullen tijdens het trainen worden weergegeven.
e
segment van het programmaprofiel instellen. Draai de draaiknop naar
e
segment van het programmaprofiel knipperen. Stel op
4
E-8000p