Inhoudsopgave
Advertenties
NL
Storingen verhelpen
9
Storingen verhelpen
Respecteer alle veiligheidsbepalingen en waarschuwingen (zie hoofdstuk 'Veiligheid').
X
Probleem
Bij de eerste ingebruikneming, na een langere periode van niet-gebruik of na het vervangen van de gasfles:
Geen branderontsteking
Het gaskookveld vertoont geen
reactie (geen kalibratie van de
regelmotoren en geen ontsteking).
De gasbrander kan niet elektrisch
worden aangestoken.
Normaal bedrijf:
U stelt een gaslucht vast.
Er komt geen gas uit de gasbrander. De gastoevoer is afgesloten.
De gasvlam dooft na ontsteking. De
gasvlam dooft tijdens gebruik.
Het vlampatroon van de gasvlam
verandert.
Het kookveld kan niet worden
ingeschakeld.
Bij het gebruik van het nieuwe
kookveld ontstaan er nare geuren
en dampen.
Eén kookzone of het volledige kook-
veld schakelt zichzelf automatisch
uit.
Het powerniveau wordt automatisch
vroegtijdig afgebroken.
Display van de bedieningsknop
42
Oorzaak
Er bevindt zich lucht in de gasleiding.
Communicatiefout tussen bedieningsunit en kook-
veld (bijv. bij stroomstoring).
De gasbranders zijn vochtig.
De gasbranderkoppen en/of gasbranderdeksels
staan niet op de juiste plaats.
De elektrische ontsteking en/of thermostaat is/
zijn vuil.
Verontreinigingen in de gasbranderkop.
Ontsteking niet gelukt. Vermogensindicator
knippert.
De gastoevoerleiding heeft een lek.
De gasfles is leeg.
De gasbranderonderdelen (branderkoppen en/of
-deksels) staan niet op de juiste plaats.
De gasuitstroomopeningen aan de gasbranderkop
zijn verontreinigd.
De knopring ontbreekt.
De zekering of de zekeringsautomaat van de wo-
ning- of huisinstallatie is defect.
De zekering of zekeringsautomaat wordt meer-
maals geactiveerd.
De stroomvoorziening is onderbroken.
Dit is een normaal verschijnsel bij nieuwe appa-
raten.
De kookzone blijft te lang aan.
De oververhittingsbeveiliging is in werking getre-
den.
De oververhittingsbeveiliging is in werking getre-
den.
De kinderbeveiliging is ingeschakeld.
.
L
Oplossing
Herhaal het ontstekingsproces indien nodig
meerdere keren. Dit kan via het aanraakvlak van de
bedieningsknop bij een knipperend vermogensni-
veau of door de bedieningsknop naar vermogensni-
veau 0 te draaien om het vermogensniveau aan te
passen.
Voer een reset uit (zie Configuratiemenu gas).
Droog de gasbranderonderdelen (zie hoofdstuk
Reiniging).
Zet de gasbranderonderdelen op de juiste plaats
(zie hoofdstuk Reiniging).
Verwijder de verontreinigingen (zie hoofdstuk
Reiniging).
Reinig de gasbranderonderdelen (zie hoofdstuk
Reiniging).
Herhaal het ontstekingsproces door een vermo-
gensniveau in te stellen. Raak de bedieningsknop
aan als het vermogensniveau knippert.
Schakel de gastoevoer uit en doof onmiddellijk alle
open vlammen. Neem onmiddellijk contact op met
uw gasinstallateur. Zorg ervoor dat alle aansluitin-
gen lekdicht zijn (zie hoofdstuk Gasinstallatie).
Open de gastoevoer (zie hoofdstuk Bediening).
Vervang de lege gasfles door een volle. Let erop
dat u het juiste type gas neemt.
Zet de gasbranderonderdelen op de juiste plaats
(zie hoofdstuk Reiniging).
Reinig de gasbranderonderdelen (zie hoofdstuk
Reiniging).
Plaats de knopring op de bedieningsknop.
Vervang de zekering. Schakel de zekeringsauto-
maat opnieuw in.
Neem contact op met het serviceteam van BORA.
Laat de stroomvoorziening door een vakman
controleren.
Na enkele bedrijfsuren verdwijnen deze verschijn-
selen vanzelf.
Blijven de geuren toch aanhouden, neem dan con-
tact op met de klantenservice van BORA.
Neem de kookzone weer in gebruik (zie hoofdstuk
'Bediening').
(Zie hoofdstuk 'Beschrijving van het apparaat').
(Zie hoofdstuk 'Beschrijving van het apparaat').
Schakel de kinderbeveiliging uit (zie hoofdstuk
Bediening).
www.bora.com
Advertenties
Inhoudsopgave
