Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kookvelden Bedienen; Algemene Bedieningsinstructies Voor De Kookvelden; Speciale Bedieningsinstructies Voor Het Gaskookveld Pkg3; Correct Gebruik Van Het Gaskookveld - bora Pro Series Gebruikers- En Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

NL
Functies en bediening
Een kookveld was geactiveerd
Als kookzones voorheen nog actief en heet waren, verschijnt op
O
het display van de bedieningsknop
Als er geen restwarmte meer aanwezig is, dooft het display na
O
10 seconden.
7.3

Kookvelden bedienen

i
Alle functies voor de kookvelden van het systeem
BORA Professional 3.0 zijn uitsluitend beschikbaar in
combinatie met de kookveldafzuigingen PKA3/PKA3AB
en PKAS3/PKAS3AB.
i
Alle functies voor de kookvelden van het systeem
BORA Professional 3.0 zijn uitsluitend beschikbaar in
combinatie met de bijbehorende kookveldafzuigingen
PKA3/PKA3AB en PKAS3/PKAS3AB.
i
Voor u het kookveld voor het eerst gebruikt, moeten de
kookzones worden gereinigd (zie hoofdstuk ‚Reiniging').
7.3.1 Algemene bedieningsinstructies voor de
kookvelden
Kookvelden worden met twee bedieningsknoppen bediend.
Voor elke kookzone zijn er 9 vermogensniveaus, optioneel een
powerniveau en verschillende functies beschikbaar.
Elke kookzone wordt via zijn eigen bedieningsknop geregeld.
De voorste kookzone wordt met de linker knop bediend, de
achterste met de rechter knop.
1
Afb. 7.6
Kookzonedisplay
[1]
actieve voorste kookzone
[2]
actieve achterste kookzone
7.3.2 Speciale bedieningsinstructies voor het
gaskookveld PKG3
i
Bij het eerste gebruik, na een langere periode van niet-
gebruik of na het vervangen van de flessen vloeibaar gas
is het mogelijk dat de brander niet ontsteekt. Mogelijk zit
er lucht in de gasleiding of de elektronische gasregeling
moet opnieuw worden gekalibreerd. Volg de instructies
voor het eerste gebruik (zie hoofdstuk ‚Eerste gebruik').
34
(restwarmte-indicator).
H
2
i
Bij gebruik van geëmailleerde gietijzeren kookgerei is
het niet ongebruikelijk om kleine kleurafwijkingen en
onregelmatigheden te zien. Bovendien kan er op de
legvlakken roestvorming optreden. Die kunt u eenvoudig
met een vochtige doek verwijderen. Deze gebeurtenissen
zijn normaal en hebben geen invloed op de werking.
i
Door gebruik kunnen bepaalde componenten van het
gaskookveld verkleuren. Deze verkleuring is normaal en
heeft geen nadelige invloed op de gasvlam of de werking
van het kookveld.
i
Wanneer u de gasbrander gebruikt, kunt u gas horen
ontsnappen ter hoogte van de gasbrander. De gasvlam
kan een oranje kleur hebben. Dit ontstaat door
verontreinigingen ter hoogte van de brander en in de
omgevingslucht (stof). Dit is normaal en dergelijke
verschijnselen kunnen los van elkaar optreden.
i
Sluit de gastoevoer af en schakel de zekering van de
huisinstallatie uit wanneer er rook of brand ontstaat
tijdens het gebruik van het gaskookveld.
i
Sluit de gastoevoer af wanneer u een gasgeur waarneemt
of wanneer er storingen optreden aan de gasinstallatie.
Open de ramen en zorg voor een goede ventilatie.
Het gebruik van een gaskooktoestel leidt tot de vorming van
X
warmte, vocht en verbrandingsproducten in de ruimte. Vooral
als het toestel in werking is, moet worden gezorgd voor een
goede ventilatie van de ruimte waarin het is geïnstalleerd: de
openingen voor natuurlijke ventilatie moeten open worden
gehouden of er een mechanisch ventilatiesysteem aanwezig
zijn. Bij intensief en langdurig gebruik van het apparaat kan
het nodig zijn om voor extra ventilatie te zorgen, bijv. door
een raam open te zetten of een bestaand ventilatiesysteem te
activeren of ze op een hoger vermogensniveau te zetten. 

Correct gebruik van het gaskookveld

i
Gebruik het gaskookveld nooit gedurende een langere
periode (> 5 min) zonder dat er kookgerei op staat
terwijl de kookveldafzuiging draait. Hierdoor ontstaan
er immers zeer hoge temperaturen en kunnen het
gaskookveld en de luchtgeleidende componenten van de
kookveldafzuiging beschadigd raken.
i
De vlamtoppen moeten onder de bodem van de
kookpot blijven. Uitslaande vlamtoppen geven onnodige
warmte af aan de lucht, kunnen kookpothandgrepen
en luchtgeleidende componenten (kookveldafzuiging)
beschadigen en vergroten het risico op brandwonden.
Bovendien is het buitenste deel van de gasvlam veel heter
dan de kern van de vlam.
i
Bescherm uw handen met ovenwanten of pannenlappen.
Gebruik alleen droge ovenwanten of pannenlappen.
Nat of vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan
verbranding door damp veroorzaken. Zorg ervoor dat het
textiel niet in de buurt van de vlammen komt. Gebruik
geen te grote lappen, vaatdoeken enz.
www.bora.com

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pro pkg3Pkg3umimnl-101

Inhoudsopgave