beschermgas
Beschermgas wordt gebruikt om de omgevingslucht rond de lasboog te verdringen. Gebruik voor
stalen toevoegdraad CO₂ (kooldioxide) of een mengsel van Ar (argon) en CO₂ als beschermgas. De
lasprestaties zullen beter worden bij gebruik van gemengde gasproducten. Gebruik voor roestvrij
stalen draden een mengsel van Ar en CO₂ (2%) en zuiver argon voor aluminium en CuSi draden.
De benodigde volumestroom van het beschermgas is afhankelijk van de dikte van de gelaste plaat
en het gebruikte lasvermogen. Het apparaat wordt geleverd met een 4,5 m lange gasslang. Sluit
de meegeleverde snelkoppeling (vrouwtje) van de gasslang aan op de mannetjesaansluiting van
het apparaat. Sluit het andere einde van de gasslang aan op de gascilinder via een geschikte en
gecertificeerde manometer waarmee de uitlaatvolumestroom geregeld kan worden.
Probeer nooit de slang rechtstreeks op een gascilinder aan te sluiten. Gebruik altijd een
ATTENTIE!
gecertificeerde en geteste regelaar en gasstroommeter.
Sluit de gasslang aan op een typische manometer voor lasdoeleinden.
1.
Sluit de slang aan op de snelkoppeling van het lasapparaat.
2.
Open de regelklep van de gascilinder
3.
Meet de gasstroom
4.
Pas volumestroom aan met de regelknop (10–15 lpm)
Gebruik een beschermgas dat geschikt is voor de lastoepassing. Plaats de gascilinder
ATTENTIE!
altijd veilig rechtop in een speciaal wandrek of op een gascilinderkar. Sluit na het lassen altijd de
cilinderklep.
© Kemppi Oy / 1340
1.
2.
20
15
10
3.
5
l/min
4.
NL
7