18. Plaats de etiketten op de voorkant van de papiercassettes.
19. Verwijder het beschermmateriaal van elke papiercassette en laad dan het papier.
20. Sluit het netsnoer en de interfacekabel weer aan en schakel de printer weer in.
21. Druk een statusvel voor de configuratie af om te controleren of het optionele onderdeel correct is
geïnstalleerd. Zie "Statusvel voor de configuratie afdrukken" op pagina 164 voor meer informatie.
Gebruikers van Windows:
Wanneer EPSON Status Monitor niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in het
printerstuurprogramma. Selecteer de Update the Printer Option Info Manually (Update
handmatig de printeroptie-informatie) op het tabblad Optional Settings (Optionele instellingen) en
klik dan op Settings (Instellingen). Selecteer dan Cassette 2, Cassette 3, en Cassette 4 in de Optional
Paper Sources (Optionele papierbronnen) lijst op het dialoogvenster Optional Settings (Optionele
instellingen) op basis van de geïnstalleerde opties en klik op OK.
De optionele papiercassette verwijderen
Voer de installatieprocedure uit in omgekeerde volgorde.
Duplexeenheid
Zie "Duplexeenheid" op pagina 210 voor specificaties of informatie over de papiertypen en -formaten
die u in de duplexeenheid kunt gebruiken.
De duplexeenheid installeren
1. Schakel de printer uit en maak het netsnoer en de interfacekabel los.
Epson AcuLaser C9300 Series
Optionele onderdelen installeren
Gebruikershandleiding
130