Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Siemens CM678G4 1 Series Gebruikershandleiding En Installatie-Instructies pagina 11

Verberg thumbnails Zie ook voor CM678G4 1 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

5.1 Verwarmingsmethoden
Om altijd de passende verwarmingsmethode voor uw
gerechten te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over
de verschillen en toepassingen.
Aan de hand van de afzonderlijke symbolen ziet u om
welke verwarmingsmethoden het gaat.
Sym-
Verwarmingsmetho-
bool
den
4D hete lucht
Boven- en onder-
warmte
Hetelucht Eco
Boven- en onder-
warmte Eco
Circulatiegrillen
Grill, groot
Grill, klein
Pizzastand
Intensieve hitte
Langzaam garen
Onderwarmte
Drogen
Warm houden
Temperatuurbe-
Gebruik en werkwijze
reik
Eventuele extra functies
30 - 275 °C
Op één of meer niveaus bakken of braden.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
30 - 300 °C
Traditioneel bakken of braden op één niveau. De verwarmings-
methode is bijzonder geschikt voor gebak met vochtige bedek-
king.
De warmte komt gelijkmatig van onderen en van boven.
30 - 275 °C
Gekozen gerechten zonder voorverwarmen op een niveau voor-
zichtig garen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte. Het pro-
duct wordt in fasen bereid met behulp van restwarmte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmodus tussen 125 -
275 °C.
Houd de deur van het apparaat tijdens het bereiden gesloten.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het ener-
gieverbruik in de circulatieluchtmodus en de energieklasse ge-
bruikt.
30 - 300 °C
Gekozen gerechten voorzichtig garen.
De warmte komt van boven en van onderen.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmodus tussen 150-250
°C.
Deze verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het bepalen van
het energieverbruik in de conventionele modus.
30 - 300 °C
Gevogelte, hele vis of grotere stukken vlees braden.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit.
De ventilator wervelt de hete lucht rond het gerecht.
Grillstanden:
Platte grillstukken, zoals steaks, worstjes of toast grillen. Gerech-
1 = zwak
ten gratineren.
2 = gemiddeld
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
3 = sterk
Grillstanden:
Kleine hoeveelheden grillen, zoals steak, worstjes of toast. Kleine
1 = zwak
hoeveelheden gratineren.
2 = gemiddeld
Het middelste oppervlak onder de grill wordt heet.
3 = sterk
30 - 275 °C
Pizza's of gerechten klaarmaken die warmte van onderen nodig
hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterwand zijn ingeschakeld.
30 - 300 °C
Gerechten met een knapperige bodem bereiden.
De hitte komt van boven en bijzonder sterk van onderen.
70 - 120 °C
Kort aangebraden, mals vlees in open vormen voorzichtig en
langzaam garen.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven
en van onderen.
30 - 250 °C
Gerechten nabakken of au bain-marie bereiden.
De warmte komt van onderen.
30 - 150 °C
Kruiden, fruit of groente drogen.
60 - 100 °C
Gegaarde gerechten warmhouden.
Wanneer u een verwarmingsmethode kiest, stelt het ap-
paraat u een passende temperatuur of stand voor. U
kunt de waarde overnemen of wijzigen in het weerge-
geven gebied.
Bij temperatuurinstellingen boven 275 °C en grillstand
3 verlaagt het apparaat de temperatuur na ca. 40 mi-
nuten tot ca. 275 °C resp. grillstand 1.
Functies nl
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave