Hoofdstuk 5
Printer instellen in een netwerk (AcuLaser M1200)
Voor Windows-gebruikers
Printer delen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een printer kunt delen in een standaard-Windows-netwerk.
De computers in een netwerk kunnen een printer delen die rechtstreeks op een van de computers
is aangesloten. De computer die rechtstreeks is aangesloten op de printer, is de afdrukserver. De
overige computers zijn clientcomputers die toestemming nodig hebben om de printer te delen met
de afdrukserver. De clientcomputers delen de printer via de afdrukserver.
Geef de juiste instellingen op voor de afdrukserver en clients op basis van de versies van het
Windows-besturingssysteem en uw toegangsrechten tot een netwerk.
Afdrukserver instellen
Zie "Extra driver gebruiken" op pagina 63 voor meer informatie.
Cliënten instellen
Zie "Met Windows Vista, Vista x64, XP, XP x64, of 2000" op pagina 67 voor meer informatie.
Opmerking:
❏ Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer
kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie "Order Online (Bestel on line)" op pagina 43
voor meer informatie.
❏ De afdrukserver en de clientcomputers moeten op hetzelfde netwerk en onder hetzelfde
netwerkbeheer zijn ingesteld.
Extra driver gebruiken
Als het besturingssysteem van de afdrukserver Windows Vista, Vista x64, XP, XP x64, of 2000 is,
kunt u extra drivers installeren op de server. De extra drivers zijn bestemd voor de clientcomputers
met een ander besturingssysteem dan de server.
AcuLaser M1200 Series
Printer instellen in een netwerk (AcuLaser M1200)
User's Guide
63