Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rollen Van Maaidek Afstellen; Maaimes Afstellen - Toro Groundsmaster 4100-D Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Groundsmaster 4100-D:
Inhoudsopgave

Advertenties

Rollen van maaidek afstellen

De rollen van het maaidek moeten in de laagste stand
worden gemonteerd als de machine wordt gebruikt bij
een maaihoogte van meer dan 64 mm, en in de hoogste
stand als de machine wordt gebruikt bij een maaistand
van minder dan 64 mm.
1. Verwijder de bout en de moer waarmee het maatwiel
is bevestigd aan de beugels van het maaidek
(Figuur 23).
Figuur 23
1. Maatwiel
2. Houd de rol en het afstandsstuk recht voor de
bovenste openingen in de beugels en zet deze vast
met de bout en de moer.

Maaimes afstellen

Voor een goede werking van het maaidek moet de
afstand tussen de randen van de messen van de
zijmaaidekken en het middelste maaidek 10–16 mm
bedragen (Figuur 24).
1. Breng het maaidek omhoog zodat de messen
zichtbaar zijn, en zet middelste maaidek vast zodat
het niet per ongeluk naar beneden kan vallen.
De zijmaaidekken moeten horizontaal staan ten
opzichte van het middelste maaidek.
2. Draai een maaimes van het middelste maaidek en
een naastgelegen mes van een zijmaaidek zodanig
dat de randen van de messen in een lijn staan.
Meet de afstand tussen de randen van de messen;
deze afstand moet ongeveer 10–16 mm bedragen
(Figuur 24).
3. Om de afstand in te stellen, gaat u naar de afstelbout
op de achterste scharnierverbinding van het
maaidek (Figuur 25). Draai de contramoer op de
afstelbout los. Zet de afstelbout losser of vaster
totdat de afstand 10–16 mm bedraagt en draai
daarna de contramoer weer vast.
4. Herhaal deze procedure aan de andere kant van het
maaidek.
1. Afstelbout
Ongelijke meshoogte corrigeren
In verband met verschillen in gazoncondities en de
instellingen van het tegengewicht van de tractie-eenheid,
verdient het aanbeveling een deel van gazon te maaien
en het uiterlijk ervan controleren voordat u het gazon
echt gaat maaien.
1. Stel elk maaidek in op de gewenste maaihoogte; zie
tabel voor Maaihoogte instellen in , bladz. .
2. Controleer of de voor- en achterbanden een
spanning van 172-207 kPa (25-30 psi) hebben.
Indien nodig moet u ze oppompen totdat de
bandenspanning correct is.
3. Controleer of de banden van alle zwenkwielen een
spanning van 345 kPa (50 psi) hebben. Indien nodig
moet u ze oppompen totdat de bandenspanning
correct is.
4. Controleer de druk van de lading en het
tegengewicht. Hierbij moet u de motor hoog
stationair laten lopen en de testpoorten gebruiken,
26
Figuur 24
Figuur 25
2. Contramoer

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

30411

Inhoudsopgave