De juiste afstand tot een onderwerp nauwkeurig
z
meten
Lensvatting
18 mm
D. handm. sch. (Directe Handmatige
Scherpstelling)
1 MENU-knop t [Camera] t [AF/MF-selectie] t [D. handm. sch.].
2 Druk de PHOTO-knop half in en stel automatisch scherp.
3 Houd de PHOTO-knop half ingedrukt, draai de scherpstelring van de lens
zodat de juiste scherpstelling ontstaat.
Opmerking
• [Autom. scherpst.] is vastgezet op [Enkelv. AF].
De
-markering toont de locatie van de beeldsensor
Wanneer u de exacte afstand meet tussen de camcorder en het
onderwerp, kijk dan naar de positie van de lijn. De afstand van
het lenscontactoppervlak tot de beeldsensor is ongeveer 18 mm.
1)
De beeldsensor is het onderdeel van de camcorder dat fungeert als
de film.
• Als het onderwerp dichter bij is dan de minimale opnameafstand
van de gebruikte lens, kan de scherpstelling niet worden bevestigd.
Zorg voor voldoende afstand tussen het onderwerp en de camcorder.
2)
De minimale opnameafstand van de bijgeleverde E18 – 200 mm
zoomlens is 0,3 m (Groothoekgedeelte) – 0,5 m (Telegedeelte).
1)
.
2)
NL
17