5.2
Systeemstatus controleren
De systeemstatus kunt u controleren in de grafische
weergave.
Afb. 5.1 Grafische weergave: Systeemstatus
De weergave Systeemstatus is de standaardweergave
van de thermostaat en daarom in de bedieningsvolgorde
het eerste display. Wanneer dit wordt weergegeven, dan
kunt de linker instelknop
Na een langere periode zonder bediening keert de ther-
mostaat altijd terug naar deze weergave.
of
>
Draai de linker instelknop
Het display toont de systeemstatus.
Gebruiksaanwijzing thermostaat auroMATIC 620 0020094406_00
alleen naar rechts draaien.
tot aan de linker aanslag.
De symbolen hebben de volgende betekenis:
Actuele temperatuur bij de collector-
voeler
Bij installaties met twee collectorvel-
den wordt de hoogste temperatuur-
waarde weergegeven.
Als de circulatiebeveiliging van het
zonnesysteem actief is, dan verschijnt
de temperatuurwaarde „> xxx°C" knip-
perend.
In combinatie met een zonnestation
VPM S en VMS wordt de temperatuur-
waarde van het zonnestation overge-
nomen. Het zonnestation kan de tem-
peratuur alleen bepalen, wanneer de
pomp van het zonnestation loopt. Als
een veiligheidsfunctie van het zonne-
station actief is dan verschijnt >150 °C
knipperend. Als geen zonne-opbrengst
aanwezig is, verschijnt 20 °C.
Actuele opbrengstkwaliteit
Geeft de intensiteit van de huidige
zonne-opbrengst aan.
Geen balk zwart = lage opbrengst
Alle balken zwart = hoge opbrengst
Zonne-opbrengst
Het boilersymbool geeft weer met
welke temperatuur de zonneboiler
momenteel geladen is resp. hoeveel
zonne-opbrengst nog tot de maximale
temperatuur mogelijk is.
Brander
Pijl knippert: de zonneboiler wordt
momenteel door het CV-toestel bijver-
warmd.
CV-circuit
Pijl knippert: de temperatuur in de
zonneboiler (sensor TD1) is hoog
genoeg om het CV-systeem te onder-
steunen (alleen bij installaties voor
verwarmingsondersteuning met
zonne-energie).
Bediening 5
21