5.5
Toebehoren aansluiten
De volgende toebehoren kunnen aangesloten worden:
– een voeler VR 10 in het zonnecircuit voor de registra-
tie van de zonne opbrengst
– maximaal acht afstandsbedieningen voor de regeling
van de eerste 8 CV-circuits
– maximaal 6 mengmodules voor uitbreiding van de
installatie met 12 installatiecircuits (in de fabriek als
mengcircuits vooringesteld)
– volumestroommeetelement (met het artikelnummer:
0010003393) voor de registratie van de volu-
mestroom in de zonnecircuits
i
Als de thermostaat met een zonnestation
VPM S of VMS is uitgerust, dan wordt de
zonne-opbrengst direct via eBus naar de ther-
mostaat overgebracht. De voeler voor het
meten van de opbrengst is dan niet nodig.
5.5.1
Ingangen bij speciale bedrijfsfuncties
De thermostaat beschikt over speciale ingangen die
indien nodig voor speciale bedrijfsfuncties gebruikt kun-
nen worden.
Ingang circulatiepomp 1xZP
Op deze ingang kan een potentiaalvrij contact
(toets) worden aangesloten. Door kort indrukken van de
toets wordt de circulatiepomp gedurende een vaste
periode van 5 minuten onafhankelijk van het ingestelde
tijdprogramma gestart.
Ingang TEL
Op deze ingang kan een potentiaalvrij contact (schake-
laar) worden aangesloten. Als u de schakelaar bedient,
dan wordt afhankelijk van de instelling in het menu C9
de bedrijfsfunctie van de aangesloten CV-circuits, warm-
watercircuits en circulatiepomp veranderd.
Op deze ingang kan bovendien het toebehoren tele-
SWITCH worden aangesloten, waarmee dezelfde verstel-
ling via het telefoonnet op afstand kan geschieden.
5.5.2 Voeler VR 10 voor de opbrengstregistratie in
het zonnecircuit aansluiten
>
Bedraad de retourvoeler en het volumestroommeete-
lement in het zonnecircuit (standaardvoeler VR 10 als
toebehoren) overeenkomstig afb. 5.43.
i
Als de thermostaat met een zonnestation
VPM S of VMS is uitgerust, dan wordt de
zonne-opbrengst direct via eBus naar de ther-
mostaat overgebracht. De voeler voor het
meten van de opbrengst is dan niet nodig.
Installatiehandleiding thermostaat auroMATIC 620 0020094406_00
Elektrische installatie 5
Afb. 5.43 Retourvoeler aansluiten
5.5.3
Afstandsbedieningen aansluiten
De afstandsbedieningen communiceren via de eBus met
de CV-thermostaat. De aansluiting geschiedt op een
willekeurige interface in het systeem. U moet ervoor
zorgen dat de businterfaces zijn verbonden met de cen-
trale thermostaat.
Het Vaillant systeem is zodanig opgebouwd dat u de
eBus van component naar component (
kunt leiden. Daarbij is verwisselen van de leidingen
mogelijk, zonder dat dit resulteert in belemmeringen in
de communicatie.
DCF/AF
eBUS
Afb. 5.44 Afstandsbedieningen aansluiten
Alle aansluitstekkers zijn zo uitgevoerd dat u ten minste
2 x 0,75 mm
2
bedrading per aansluitklem kunt verbin-
den. Er wordt daarom aangeraden 2 x 0,75 mm
eBus-leiding te gebruiken.
afb. 5.44)
2
als
73