3 Toestelbeschrijving
3.5
Beschrijving van belangrijke functies
Tijdvenster
25 °
20 °
Verlagingstemperatuur
15 °
Afb. 3.2 Automatische werking van de CV: voorbeeld voor de
instelling van de gewenste kamertemperaturen op ver-
schillende momenten van een dag
In afb. 3.2 ziet u het fragment uit een tijdprogramma.
Op de horizontale as is de tijd van de dag aangegeven,
op de verticale as de gewenste kamertemperatuur. Het
diagram beschrijft het volgende programmaverloop:
1
Tot 06.00 uur 's morgens geldt voor de vertrekken
een temperatuur van 15 °C (verlagingstempera-
tuur).
2
Om 06.00 uur start het eerste tijdvenster:
vanaf nu geldt een gewenste kamertemperatuur
van 21 °C.
3
Het eerste tijdvenster eindigt om 09.00 uur:
vanaf nu geldt een gewenste kamertemperatuur
van 15 °C.
4
Er volgen nog twee andere tijdvensters met 21 °C.
Hoe de tijdvensters de CV-regeling beïnvloeden, kan
met eenvoudige woorden zo worden verklaard:
Als u uw CV-installatie in de bedrijfsfunctie Auto
gebruikt, dan activeert de thermostaat de ingestelde
tijdvensters waarin uw CV-installatie de aangesloten
vertrekken verwarmt naar een vastgelegde temperatuur
(¬ gewenste kamertemperatuur). Buiten deze tijdven-
sters wordt de CV-installatie zo geregeld dat de aange-
sloten vertrekken afkoelen naar een vastgelegde tempe-
ratuur (¬ Verlagingstemp.). Als de verlagingstempera-
tuur is bereikt, zorgt de thermostaat ervoor dat de ver-
lagingstemperatuur door de CV-installatie wordt aange-
houden tot de start van het volgende tijdvenster. Zo
wordt verder afkoelen van de woning verhinderd.
10
Tijdvenster 1
04:00
08:00
Tijdvenster 2
12:00
16:00
Gebruiksaanwijzing thermostaat auroMATIC 620 0020094406_00
Tijdvenster 3
20:00
Tijd